In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 augustus 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de plaatsing van eiser in een Handhavings- en Toezichtlocatie (HTL) en de oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel. Eiser, van Libische nationaliteit, was eerder op 17 juni 2023 door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) geplaatst in de HTL te Hoogeveen, na een reeks incidenten waarbij hij zich agressief had gedragen tegenover personeel en medebewoners. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had daarnaast een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd, die eiser verplichtte zich binnen bepaalde gebieden op te houden.
Eiser heeft tegen beide besluiten beroep ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat de maatregelen onrechtmatig waren en dat er sprake was van psychische problematiek die zijn plaatsing in de HTL zou moeten verhinderen. De rechtbank heeft de beroepen op 28 juli 2023 behandeld en geconcludeerd dat de besluiten van verweerders goed gemotiveerd waren. De rechtbank oordeelde dat de incidenten voldoende grond vormden voor de plaatsing in de HTL en dat er geen contra-indicaties waren die aan de plaatsing in de weg stonden. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder de verwijzing naar eerdere uitspraken en rapporten van de Inspectie Justitie en Veiligheid, niet overtuigend geacht.
De rechtbank heeft uiteindelijk beide beroepen ongegrond verklaard, waarbij zij benadrukte dat de veiligheid van de opvanglocatie en de gedragingen van eiser voldoende aanleiding gaven voor de genomen maatregelen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep tegen het bestreden besluit 1.