ECLI:NL:RBDHA:2023:11735
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in naturalisatiezaak
Op 4 augustus 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en een Oekraïense eiseres, die met haar drie minderjarige kinderen een verzoek om naturalisatie had ingediend. De staatssecretaris had eerder, op 26 april 2021, het verzoek om naturalisatie afgewezen en het bezwaar daartegen ongegrond verklaard. Eiseres trok op 6 juli 2023 haar beroep in en verzocht om een proceskostenvergoeding. De staatssecretaris weigerde deze vergoeding, omdat het besluit van 26 april 2021 niet was herroepen. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet in aanmerking kwam voor proceskostenvergoeding, omdat er geen sprake was van tegemoetkomen door de staatssecretaris. De rechtbank benadrukte dat de staatssecretaris bij het bestreden besluit van 9 september 2021 het bezwaar ongegrond had verklaard, terwijl er later geen aanleiding was om de verblijfsvergunning in te trekken. De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden van de zaak niet leidden tot een proceskostenveroordeling en wees het verzoek van eiseres af.