In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 31 juli 2023, wordt het beroep van een Marokkaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, geboren in 1999, diende op 14 april 2023 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris op 8 mei 2023 als ongegrond werd afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep op 30 juni 2023, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig is, terwijl eiser en zijn gemachtigde zich afmelden.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Marokko een veilig land van herkomst is. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat hij bij terugkeer naar Marokko een reëel risico loopt op ernstige schade. De rechtbank stelt vast dat eiser niet heeft betwist dat Marokko als veilig land wordt aangemerkt en dat hij geen geloofwaardige onderbouwing heeft gegeven voor zijn vrees voor vervolging. De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris niet verplicht was om de problemen van eiser in Algerije te beoordelen, aangezien deze zich niet in het land van herkomst hebben voorgedaan.
De rechtbank oordeelt verder dat er sprake is van misleiding omtrent de identiteit van eiser, aangezien hij aanvankelijk een andere nationaliteit heeft opgegeven. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de staatssecretaris een inreisverbod mocht opleggen. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris rechtmatig was. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.