ECLI:NL:RBDHA:2023:11430
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag belasting van personenauto's en motorrijwielen (Bpm)
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een B.V. gevestigd te [vestigingsplaats], en de inspecteur van de Belastingdienst. Het geschil betreft de vraag of de naheffingsaanslag Bpm, die aan eiseres is opgelegd, terecht en tot het juiste bedrag is vastgesteld. De naheffingsaanslag van € 13.850 werd door de inspecteur opgelegd, maar na bezwaar werd dit bedrag verlaagd tot € 3.120. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 23 augustus 2019 een bedrag van € 4.101 aan Bpm heeft voldaan voor de registratie van een Ford Focus ST Hatchback. De inspecteur heeft de naheffingsaanslag gebaseerd op een taxatierapport en andere gegevens, maar eiseres betwist de hoogte van de waardevermindering die door de inspecteur is erkend. Eiseres stelt dat zij niet is opgeroepen om de auto te tonen en dat de inspecteur een te laag bedrag aan schade heeft erkend.
Tijdens de zitting op 15 mei 2023 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen en dat de inspecteur terecht de naheffingsaanslag heeft opgelegd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.