ECLI:NL:RBDHA:2023:11418

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 augustus 2023
Publicatiedatum
1 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.13106
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Bulgarije

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een Afghaanse verzoeker wiens asielaanvraag niet in behandeling is genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris heeft in zijn besluit van 28 april 2023 gesteld dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van de verzoeker. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De behandeling van het verzoek vond plaats op 7 juni 2023, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was, maar de verzoeker en zijn gemachtigde zich afmeldden. Het onderzoek werd heropend in afwachting van een uitspraak van de meervoudige kamer van de rechtbank over het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Bulgarije, welke uitspraak op 6 juli 2023 werd gedaan. Partijen kregen de gelegenheid om te reageren op deze uitspraak, maar gaven aan geen nadere zitting te wensen. Het onderzoek werd opnieuw gesloten.

In de uitspraak van 1 augustus 2023 heeft de rechtbank in een andere zaak (NL23.13105) uitspraak gedaan op het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels op het beroep was beslist, was een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en de verzoeker krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.13106

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker,

geboren op [geboortedatum] ,
van Afghaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A.P.E.M. Pover),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. L.O. Augustinus).

Inleiding

1. In het besluit van 28 april 2023 heeft de staatssecretaris verzoekers asielaanvraag niet in behandeling genomen op de grond dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
1.1.
Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening verzocht.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met het beroep, op 7 juni 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen: de gemachtigde van de staatssecretaris. Verzoeker en zijn gemachtigde hebben zich voor de zitting afgemeld.
1.3.
Het onderzoek is heropend in afwachting van de uitspraak van de meervoudige kamer van deze rechtbank en zittingsplaats over het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Bulgarije. Die uitspraak is gedaan op 6 juli 2023. [1]
1.4.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld te reageren op deze uitspraak. Daarbij is aangegeven dat de uitspraak wordt gedaan door een andere rechter dan de rechter die de zaak op zitting heeft behandeld. Partijen hebben aangegeven vanwege deze ontwikkelingen geen nadere zitting te wensen. Het onderzoek is opnieuw gesloten.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. In de uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.13105, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
3. Verzoeker krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.M. Lok, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.