ECLI:NL:RBDHA:2023:11213

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 juli 2023
Publicatiedatum
28 juli 2023
Zaaknummer
NL23.14686
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing opvolgende asielaanvraag wegens ongeloofwaardigheid van bedreigingen en eerwraak

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 juli 2023 uitspraak gedaan in een procedure over de opvolgende asielaanvraag van eiseres, die de Egyptische nationaliteit heeft. Eiseres heeft eerder asiel aangevraagd in Nederland, maar haar eerdere aanvragen zijn afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar opvolgende asielaanvraag ongegrond verklaard. Eiseres stelde dat de bedreigingen van haar ex-man waren toegenomen en dat zij vreesde voor eerwraak door haar familie. De rechtbank oordeelde echter dat de door eiseres aangevoerde redenen ongeloofwaardig waren. Eiseres had onvoldoende bewijs geleverd om haar claims te onderbouwen, zoals WhatsApp-berichten die niet als objectief verifieerbare bronnen konden worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij daadwerkelijk slachtoffer zou worden van eerwraak of dat zij door de Egyptische veiligheidsdienst werd gezocht. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bevestigd en het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.14686

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiseres,

V-nummer: [nummer]
mede namens haar minderjarige kinderen
[naam kind 1], geboren [geboortedatum kind 1], en
[naam kind 2], geboren [geboortedatum kind 2],
(gemachtigde: mr. P. Kramer-Ograjensek),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. S. Zuithoff).

Procesverloop

Bij besluit van 10 mei 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de opvolgende asielaanvraag van eiseres afgewezen. [1]
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 13 juli 2023 op zitting behandeld. Eiseres en haar gemachtigde zijn, met voorafgaand bericht, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres stelt te zijn geboren op [geboortedatum eiseres] en de Egyptische nationaliteit te hebben. Op 21 november 2018 heeft zij voor de eerste maal een asielaanvraag ingediend in Nederland. Verweerder heeft deze aanvraag afgewezen als ongegrond bij besluit van 24 juni 2021. Het daartegen door eiseres ingestelde beroep is ongegrond verklaard op 18 mei 2022. [2] Bij uitspraak van 8 augustus 2022 heeft de Afdeling [3] de uitspraak van de rechtbank bevestigd. [4] Het besluit van 24 juni 2021 is hiermee in rechte vast komen te staan. Op 17 augustus 2022 heeft eiseres wederom een asielaanvraag ingediend, welke bij besluit van 29 augustus 2022 buiten behandeling is gesteld. Dit besluit staat ook in rechte vast. [5]
2. Eiseres heeft op 13 februari 2023 de onderhavige asielaanvraag ingediend in Nederland. Zij heeft aan deze asielaanvraag, kort weergegeven, ten grondslag gelegd dat de bedreigingen door haar ex-man zijn toegenomen ten opzichte van haar eerdere asielaanvragen. De ex-man van eiseres neemt haar familie mee in zijn strijd tegen haar. Eiseres meent te zijn verstoten door haar familie waarbij eerwraak dreigt. Ook stelt eiseres op een lijst van de Egyptische autoriteiten geplaatst te zijn.
3. Verweerder heeft de opvolgende asielaanvraag van eiseres afgewezen als kennelijk ongegrond. Daarbij heeft verweerder in het bestreden besluit de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig geacht. Verweerder acht het echter ongeloofwaardig dat de bedreigingen van haar ex-man zijn toegenomen en dat eerwraak voor eiseres dreigt. Ook acht verweerder het ongeloofwaardig dat eiseres wordt gezocht door de Egyptische veiligheidsdienst.
4. Eiseres voert in beroep aan dat uit hetgeen zij heeft verklaard wel degelijk blijkt dat de bedreigingen zijn toegenomen. Zij heeft reeds in haar eerste asielprocedure verklaard over de problemen met haar ex-man, dus is het duidelijk dat de overgelegde berichten van hem afkomstig zijn. Eiseres verwijst naar landeninformatie en meerdere rapporten over huiselijk geweld in Egypte. Voorts heeft zij met haar verklaringen voldoende aannemelijk gemaakt dat haar familie haar heeft verstoten en eerwraak dreigt. Verweerder heeft ten onrechte geen risico op eerwraak onderkend. Zij verwijst ter onderbouwing naar meerdere bronnen met informatie over eerwraak in Egypte. Verder heeft zij duidelijk uitgelegd dat de veiligheidsdienst haar zoekt. Ter onderbouwing heeft eiseres een proces-verbaal van het veiligheidsdirectoraat in [plaatsnaam] overgelegd, waaruit zou blijken dat zij gezocht wordt en haar zoon is opgepakt omdat zij momenteel niet in Egypte is. Tot slot voert eiseres aan dat zij zich op Facebook negatief heeft geuit over de president van Egypte. Zij heeft een screenshot overgelegd van deze uitingen. Verweerder heeft nagelaten om eiseres hier verder over te bevragen. Verweerder heeft ten onrechte niet onderkend dat dit tevens tot problemen in Egypte kan leiden.
De rechtbank oordeelt als volgt.
Bedreigingen ex-man
5. Gelet op het besluit van 24 juni 2021 staat in rechte vast dat het ongeloofwaardig is dat de problemen van eiseres met haar ex-man aanleiding waren voor haar vertrek uit Egypte. Eiseres heeft bij de onderhavige aanvraag door middel van screenshots van WhatsApp gesprekken geprobeerd aan te tonen dat de dreigementen van haar ex-man zijn toegenomen. Verweerder oordeelt daarbij terecht dat WhatsApp berichten niet kunnen worden aangemerkt als objectief verifieerbare bronnen waarmee eiseres haar relaas kan onderbouwen. Dat eiseres in een eerdere procedure over haar ex-man heeft verklaard, maakt niet dat verweerder er zonder meer vanuit mag of moet gaan dat de overgelegde berichten van hem afkomstig zijn. Verweerder stelt dan ook terecht dat uit haar verklaringen en de overgelegde screenshots niet kan worden afgeleid dat de bedreigingen zijn toegenomen. Gelet hierop treft de verwijzing van eiseres naar landeninformatie en andere rapporten omtrent huiselijk geweld dan ook geen doel.
Eerwraak
6. Verweerder heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij slachtoffer dreigt te worden van eerwraak. Daarbij is van belang dat eiseres onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt dat haar broers haar hebben verstoten. In het gehoor heeft eiseres niets vermeld over eventuele doodsbedreigingen door haar familie. In de zienswijze stelt eiseres indirecte doodsbedreigingen te ontvangen. Eiseres meent dat haar verklaringen voldoende zijn om een risico op eerwraak te onderkennen, zo heeft zij verklaard dat haar familie haar zeker zal doden en dat zij haar weg willen hebben. Daargelaten dat dit niet gelijk staat aan het ontvangen van (indirecte) doodsbedreigingen, heeft eiseres deze verklaringen geenszins onderbouwd. Nu eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat in haar individuele geval eerwraak dreigt, behoeft de algemene informatie die zij daartoe heeft overgelegd geen bespreking.
Egyptische veiligheidsdienst
7. Eiseres heeft verklaard dat zij op een lijst van de Egyptische autoriteiten staat en daarom vreest bij terugkeer opgepakt te worden door de veiligheidsdienst aldaar. Momenteel wordt zij niet gezocht, omdat ze is in Nederland is. Om die reden heeft de veiligheidsdienst haar zoon meegenomen. Verweerder heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat eiseres onvoldoende concreet maakt hoe zij weet dat ze op deze lijst zou staan. Aan eiseres is tijdens het gehoor meermaals gevraagd welke aanwijzingen hiervoor zijn, maar haar verklaringen op dit punt bieden geen inzicht en blijven oppervlakkig.
8. Voor zover eiseres met het overgelegde proces-verbaal aannemelijk probeert te maken dat zij wordt gezocht en haar zoon daarom is opgepakt, stelt de rechtbank voorop dat dit stuk erg laat in de procedure is ingediend. Ter zitting heeft verweerder gemeld dat uit contact met Bureau Documenten is gebleken dat de echtheid van het document niet vastgesteld kan worden, ook niet indien het originele document aan hen wordt voorgelegd. Er bestaan geen onderzoeksmogelijkheden omdat het een stuk papier met handgeschreven tekst betreft. Verder zijn de stempels op het document zodanig slecht afgedrukt dat zelfs een tolk/vertaler hier niets mee kan. Een en ander is bij afwezigheid van eiseres en/of haar gemachtigde ter zitting onweersproken gebleven. Onder deze omstandigheden ziet de rechtbank geen aanleiding om het stuk toch nog voor te leggen aan Bureau Documenten voor een verdere beoordeling. Met het overgelegde proces-verbaal kan eiseres dan ook niet nader onderbouwen dat zij door de Egyptische veiligheidsdienst wordt gezocht.
Facebook
9. Eiseres heeft de screenshots van de Facebook berichten en haar negatieve uitingen over de president aangevoerd in relatie tot de dreigementen van haar ex-man. Dit heeft verweerder in de besluitvorming in zoverre wel degelijk meegewogen, nu hierin is opgenomen dat deze bedreigingen niet aannemelijk zijn en de overgelegde berichten niet objectief verifieerbaar zijn. Aan eiseres is tijdens het gehoor gevraagd of zij alles wat van belang is ten aanzien van haar aanvraag heeft verteld en of zij nog iets toe wilde voegde. [6] Zij heeft evenwel op geen enkel moment nader verklaard dat zij naar aanleiding van de Facebook berichten problemen heeft ondervonden en verweerder heeft haar hier dan ook niet nader over moeten horen. Verweerder stelt verder terecht dat uit de screenshots van Facebook niet vastgesteld kan worden dat dit ook daadwerkelijk haar account is en zij de berichten heeft geschreven. Verweerder gaat dan ook terecht niet in op het door eiseres gestelde gevaar wat zij zou lopen omdat zij zich negatief heeft geuit over de president.
Conclusie
10. De aanvraag is terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 31, eerste lid jo. artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder g, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, ECLI:NL:RBOBR:2022:1989.
3.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
4.202203191/1/V2 (niet gepubliceerd).
5.De uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 26 januari 2023 (ECLI:NL:RBDHA:2023:918) is bij Afdelingsuitspraak van 21 juni 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:2387) bevestigd.
6.Zie pagina 12 en 13 van het rapport gehoor opvolgende aanvraag van 8 mei 2023.