Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beoordeling
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 juli 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Guinese nationaliteit hebbende vreemdeling, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, omdat België verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, stellende dat hij vanwege zijn medische klachten als kwetsbare vreemdeling moet worden aangemerkt en dat de Belgische autoriteiten niet in staat zijn om hem adequate opvang en medische zorg te bieden.
De rechtbank heeft de zaak op 13 juli 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat, hoewel eiser medische klachten heeft, hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij overdracht aan België in zodanig depriverende omstandigheden terechtkomt dat de hoge drempel uit het arrest Jawo wordt overschreden. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar brieven van de Belgische autoriteiten waarin wordt aangegeven dat zij de Dublinverordening toepassen en dat kwetsbare groepen voorrang krijgen bij de opvang. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat hij geen toegang heeft tot de benodigde hulp en dat de Belgische autoriteiten onverschillig zijn ten aanzien van de opvang van asielzoekers.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.