In deze zaak heeft eiseres, een Syrische nationaliteit, op 25 oktober 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om als gezinslid bij haar referent in Nederland te verblijven. Na een periode van inactiviteit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft eiseres op 16 mei 2023 verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar aanvraag. Vervolgens heeft zij op 15 juni 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit is verstreken en dat eiseres rechtsgeldig in gebreke heeft gesteld. Hierdoor is het beroep kennelijk gegrond verklaard.
De rechtbank heeft overwogen dat de verweerder binnen 90 dagen na ontvangst van de aanvraag moet beslissen, en dat deze termijn met drie maanden is verlengd. De rechtbank heeft zich aangesloten bij eerdere rechtspraak die stelt dat bij overschrijding van de beslistermijn in dergelijke gevallen sprake is van een bijzonder geval. De rechtbank heeft vastgesteld dat het dossier compleet is en dat er geen nader onderzoek nodig is. Verweerder is opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak een beslissing op de aanvraag bekend te maken.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft ook de hoogte van de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, en verweerder is veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 418,50. De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.