ECLI:NL:RBDHA:2023:11110
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake prematuur ingediende ingebrekestelling asielaanvraag
Op 18 juli 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. J.M.M. Heilbron, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder verdere behandeling.
De rechtbank overweegt dat indien een bestuursorgaan niet tijdig beslist, de betrokkene een ingebrekestelling moet indienen. Eiser betwistte dat de beslistermijn geldig was verlengd door het besluit WBV 2022/22, dat op 27 september 2022 in werking trad. Eiser stelde dat zijn aanvraag niet onder de verlenging viel, maar de rechtbank volgde dit standpunt niet. De rechtbank verwees naar een eerdere uitspraak van 24 maart 2023, waarin was geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijnen wel degelijk van toepassing was op de asielaanvraag van eiser.
Aangezien de ingebrekestelling door eiser op 9 mei 2023 was ingediend, terwijl de beslistermijn tot 3 februari 2024 was verlengd, oordeelde de rechtbank dat de ingebrekestelling prematuur was. Hierdoor was niet voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep op grond van niet tijdig beslissen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser niet-ontvankelijk en wees een proceskostenveroordeling af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag.