ECLI:NL:RBDHA:2023:1104
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over een beroep van een Sri Lankaanse eiser tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank had eerder, op 26 april 2022, het beroep van eiser gegrond verklaard en verweerder opgedragen binnen acht weken opnieuw te beslissen. Eiser heeft verweerder op 27 juni 2022 in gebreke gesteld, maar verweerder heeft geen besluit genomen. Eiser heeft vervolgens op 21 juli 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, en dat eiser recht heeft op een beslissing na de ingebrekestelling. De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is, omdat verweerder niet binnen de gestelde termijn een besluit heeft genomen. De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen acht weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit moet nemen en legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 418,50.