Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De overwegingen
2.De Beslissing
kopieën van de rekening van de minderjarige dient toe te zenden waaruit blijkt dat de rekening van de minderjarige is voorzien van de hierboven omschreven BEM-clausule;
Rechtbank Den Haag
In deze ambtshalve beschikking van de Rechtbank Den Haag, gegeven op 6 juli 2023, betreft de zaak de minderjarige [naam01], geboren op [geboortedatum01] 2020. De moeder van de minderjarige, [naam moeder01], is onder bewind gesteld vanwege verkwisting of problematische schulden. De bewindvoerder, [bewindvoerder01], heeft op 29 mei 2023 een verzoek ingediend om het bedrag dat de minderjarige ontvangt in het kader van de kindregeling toeslagenaffaire op te nemen. De kantonrechter heeft op basis van artikel 1:344 lid 2 BW besloten dat het geld dat de minderjarige ontvangt, op een rekening met een BEM-clausule moet worden gestort. Deze clausule zorgt ervoor dat het geld geblokkeerd blijft tot de minderjarige meerderjarig is, en kan alleen met toestemming van de kantonrechter worden opgenomen. De kantonrechter heeft de moeder opgedragen om vóór 16 augustus 2023 bewijs te leveren dat de rekening van de minderjarige is voorzien van de BEM-clausule. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. D. de Loor, kantonrechter, en biedt de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.