ECLI:NL:RBDHA:2023:10946
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aanpassing AIO-aanvulling en gevolgen van verblijf in het buitenland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. J. Singh, en de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, vertegenwoordigd door mr. P. Stahl - de Bruin. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van de Sociale Verzekeringsbank, waarin zijn AIO-aanvulling werd aangepast en een bedrag van € 23,63 werd teruggevorderd. Dit besluit was gebaseerd op het feit dat de echtgenote van eiser langer dan de toegestane periode in het buitenland verbleef, wat gevolgen had voor zijn recht op AIO-aanvulling.
Eiser betoogde dat zijn echtgenote door haar medische situatie niet in staat was om tijdig naar Nederland terug te keren en dat dit een overmachtssituatie vormde. Hij stelde dat er zeer dringende redenen waren om af te wijken van het beleid van de Sociale Verzekeringsbank, zoals vastgelegd in artikel 16 van de Participatiewet. De rechtbank oordeelde echter dat de beëindiging van de AIO-aanvulling van de echtgenote van eiser correct was, aangezien zij langer dan 13 weken in het buitenland verbleef. De rechtbank concludeerde dat de argumenten van eiser niet voldoende waren om aan te tonen dat er sprake was van een acute noodsituatie die het verlenen van bijstand noodzakelijk maakte.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat de aanpassing van de AIO-aanvulling door de Sociale Verzekeringsbank terecht was. De uitspraak benadrukt het belang van de regels omtrent verblijf in het buitenland en de voorwaarden voor het behoud van bijstandsrechten.