ECLI:NL:RBDHA:2023:10868
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening Educatieve Maatregel Gedrag en Verkeer na vrijspraak
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om herziening van een eerder opgelegde Educatieve Maatregel Gedrag en Verkeer (EMG). Eiser had deze maatregel opgelegd gekregen naar aanleiding van een snelheidsovertreding, maar werd later door de kantonrechter vrijgesproken van deze overtreding. Eiser verzocht het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) om de EMG op te heffen, maar dit verzoek werd afgewezen omdat er volgens het CBR geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren.
De rechtbank oordeelt dat de vrijspraak door de kantonrechter in dit geval niet kan worden aangemerkt als een nieuw feit. De rechtbank stelt vast dat de vrijspraak geen ander licht werpt op de feiten en omstandigheden die ten grondslag lagen aan de oplegging van de EMG. De rechtbank benadrukt dat het bestuursorgaan een verzoek om terug te komen van een besluit mag afwijzen als er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn. In dit geval heeft de rechtbank geoordeeld dat het CBR terecht heeft geconcludeerd dat eiser geen nieuwe feiten heeft aangedragen die de herziening van de EMG rechtvaardigen.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep van eiser ongegrond is, wat betekent dat de EMG in stand blijft. Eiser heeft geen recht op vergoeding van de kosten die hij heeft gemaakt voor deze procedure. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn en is openbaar uitgesproken op 27 juli 2023. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.