Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 juni 2023 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser,
de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
9 december 1995 was erflaatsters echtgenoot [naam 2] (erflater) overleden.
€ 67.614. Het saldo van de nalatenschap is daarmee vastgesteld op € 240.086. De verkrijging van eiser is door verweerder vastgesteld op € 120.043. Het te betalen bedrag aan erfbelasting bedraagt € 9.942. Daarnaast heeft verweerder een verzuimboete opgelegd.
€ 73.446. Het saldo van de nalatenschap is vastgesteld op € 226.398 en de verkrijging van eiser op € 113.199. Het te betalen bedrag aan erfbelasting bedraagt € 9.258. Daarnaast heeft verweerder de verzuimboete verminderd naar € 0.
Geschil8. In geschil is of de aanslag erfbelasting naar het juiste bedrag is opgelegd. Meer specifiek in geschil is of de schuld “schuldig gebleven erfdeel” juist is berekend en of de partnervrijstelling van toepassing is op grond van de hardheidsclausule. Ter zitting heeft eiser de stelling dat moet worden aangesloten bij de WOZ-waarde van 2018 van de woning ingetrokken.
€ 68.310 moet worden vastgesteld, vermeerderd met 6% over 23 jaar. Daarnaast verzoekt eiser op grond van de hardheidsclausule de partnervrijstelling toe te passen.
9 december 1995 is als volgt vastgesteld.
ƒ 275.000. Dat de waarde van de woning ten tijde van het overlijden van erflater hoger was, zoals eiser ter zitting heeft gesteld, heeft eiser niet met stukken onderbouwd. De stelling van eiser dat de schuld met 6% per jaar moet worden vermeerderd, faalt. In het testament van erflaatster is geen renteclausule opgenomen betreffende de rente die moet worden berekend over de schuldig gebleven erfdelen. Ook is er geen notariële renteovereenkomst bekend. Dit heeft als gevolg dat alleen de nominale schuld in mindering kan worden gebracht. Dat bij het opleggen van de aanslag per abuis met 6% rente per jaar is gerekend, doet daar niet aan af en heeft eiser niet benadeeld. Naar het oordeel van de rechtbank is de aanslag erfbelasting naar het juiste bedrag opgelegd.
Beslissing
mr. J. van Kempen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 juni 2023.