ECLI:NL:RBDHA:2023:10795
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsdocument EU/EER op basis van schijnrelatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een Egyptische man, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsdocument EU/EER op basis van zijn huwelijk met een Poolse vrouw, maar deze aanvraag werd afgewezen door verweerder. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet ten onrechte had geconcludeerd dat er sprake was van een schijnrelatie. Eiser en zijn referente hadden tegenstrijdige verklaringen afgelegd over hun relatie, wat verweerder aanleiding gaf om onderzoek te doen naar mogelijke misbruik van de Verblijfsrichtlijn. De rechtbank bevestigde dat de indicatoren die verweerder had genoemd, in samenhang bezien, voldoende waren om de afwijzing van de aanvraag te rechtvaardigen. Eiser's beroep op de hoorplicht werd afgewezen, omdat hij in bezwaar geen verzoek had gedaan om te worden gehoord en geen nieuwe informatie had ingebracht. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiser kreeg geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten.