ECLI:NL:RBDHA:2023:10778

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 juni 2023
Publicatiedatum
21 juli 2023
Zaaknummer
C/09/645846 / KG ZA 23/295
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vordering tot verstrekking van informatie in kort geding tussen ConocoPhillips Petrozuata B.V. en Propernyn B.V. met betrekking tot aandelen in Nynas Petroleum

In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, vorderde ConocoPhillips Petrozuata B.V. (COP) in kort geding dat Propernyn B.V. en PDV Europa B.V. informatie zouden verstrekken over de waarde van hun onderneming en de verkoop van aandelen in Nynas Petroleum. COP had eerder conservatoir beslag gelegd op de aandelen van PDVSA in Propernyn, en een arbitraal vonnis had bepaald dat PDVSA schadeplichtig was jegens COP. De rechtbank had eerder al bepaald dat PDVSA en Propernyn informatie moesten verstrekken, maar COP stelde dat zij niet coöperatief waren en slechts een klein deel van de gevraagde informatie hadden verstrekt. De voorzieningenrechter oordeelde dat, gezien de omstandigheden, het noodzakelijk was dat PDV Europa informatie verstrekte over de verkoop van aandelen in Nynas en de voorwaarden van een terugkoopoptie. De vordering tegen Propernyn en de bestuurder werd afgewezen, omdat COP niet voldoende had aangetoond dat zij zich niet aan eerdere rechterlijke bevelen hadden gehouden. De voorzieningenrechter besloot dat PDV Europa binnen twee weken na een verzoek relevante informatie moest verstrekken, op straffe van een dwangsom.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/645846 / KG ZA 23/295
Vonnis in kort geding van 1 juni 2023
in de zaak van
1. de rechtspersoon naar vreemd recht
PHILLIPS PETROLEUM COMPANY VENEZUELA LIMITEDte Houston, Texas, Verenigde Staten,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CONOCOPHILLIPS PETROZUATA B.V.te Den Haag,
eiseressen,
advocaten: mr. J.K. van Hezewijk, mr. M.A. Broeders en mr. D.J. de Bock te Amsterdam,
tegen

1.PROPERNYN B.V., gevestigd te Den Haag,

2. (
(PETROLEUS DE VENEZUELA) PDV EUROPA B.V., gevestigd te Den Haag,
3.
[gedaagde sub 3], wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaten: mr. M. Deckers, mr. A. Rosielle en mr. J. van Borssum Waalkes te Amsterdam.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als: COP (eiseressen gezamenlijk), Propernyn (gedaagde 1), PDV Europa (gedaagde 2) en de bestuurder (gedaagde 3).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 18 april 2023, met de bijbehorende acht producties;
- de conclusie van antwoord van gedaagden, met 15 producties;
- de akte overlegging producties van de zijde van COP, waarbij de nadere productie 9 is overgelegd;
- de pleitaantekeningen die over en weer zijn gebruikt en zijn overgelegd,
- tijdens de mondelinge behandeling op 11 mei 2023;
1.2.
Aan het slot van de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter medegedeeld vandaag vonnis te zullen wijzen.

2.De belangrijkste feiten

2.1.
Petroleos de Venezuela S.A. (PDVSA), de nationale oliemaatschappij van Venezuela, houdt alle aandelen in Propernyn. Propernyn houdt alle aandelen in PDV Europa.
2.2.
PDV Europa houdt aandelen in verschillende rechtspersonen, in diverse landen, waaronder in Nynäs Petroleum ALS (hierna: Nynas). Alle rechtspersonen zijn actief in de olie- en gasindustrie.
2.3.
Op 28 november 2014 heeft COP conservatoir beslag gelegd op de door PDVSA gehouden aandelen in Propernyn.
2.4.
Een arbitraal tribunaal bij de International Chamber of Commerce heeft op 24 april 2018 vonnis (verder: het vonnis) gewezen in de arbitrageprocedures tussen COP en PDVSA. In dit vonnis is geoordeeld dat PDVSA schadeplichtig is jegens COP en een schadevergoeding aan COP verschuldigd is groot USD 1.986.278.414,72 exclusief rente. Een bedrag van € 772 miljoen is in mindering op dit bedrag inmiddels betaald aan COP.
Op 25 september 2018 heeft het gerechtshof Den Haag het vonnis erkend en verlof verleend om het in Nederland ten uitvoer te leggen.
2.5.
Op 8 mei 2020 is COP gestart met de tenuitvoerlegging van het vonnis, door de grosse van de beschikking aan PDVSA te betekenen. Daarmee is het conservatoire beslag dat COP heeft gelegd op de aandelen van PDVSA in Propernyn, van rechtswege overgegaan in een executoriaal beslag.
2.6.
Bij beschikking van 30 december 2020 heeft de rechtbank Den Haag bepaald dat de beslagen aandelen onderhands verkocht mogen worden. Het verkoopproces loopt nog. De termijn voor de verkoop is meermaals door de rechtbank verlengd.
2.7.
In de beschikking van 30 december 2020 (Rechtbank Den Haag 30 december 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:13570) heeft de rechtbank onder meer het volgende beslist:
“beveelt PDVSA om binnen twee weken naelkdaartoe
strekkend verzoek alle relevante gegevens die zij ter beschikking heeft aan de deurwaarder belast met de executie ter beschikking zal stellen en medewerking door haar (indirecte) dochters zal bewerkstelligen, op straffe van een dwangsom van € 100.000 per dag dat zij daarmee in gebreke blijft, tot een maximum van € 1.000.000 per verzoek;
beveelt Propernyn om binnen twee weken na elk daartoe strekkend verzoek alle relevante gegevens betreffende haarzelf en haar deelnemingen die zij ter beschikking heeft of waarover zij als bestuurder c.q. aandeelhouder zal kunnen beschikken, deze aan de deurwaarder ter beschikking te stellen en medewerking door haar (indirecte) dochters te bewerkstelligen, op straffe van een dwangsom van € 100.000 per dag dat zij daarmee in gebreke blijft, tot een maximum van € 1.000.000 per verzoek.”
2.8.
Gedaagde sub 3 is enig bestuurder van Propernyn.

3.De vordering

3.1.
COP vordert, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
PDV Europa te bevelen [binnen, rb.] twee weken na een daartoe strekkend verzoek alle relevante bescheiden die zij ter beschikking heeft of bij haar (indirecte) dochtervennootschappen op kan vragen betreffende de waarde van haar onderneming ter beschikking te stellen aan de Deurwaarder en medewerking door haar (indirecte) dochters te bewerkstelligen zulks op straffe van een dwangsom van EUR 1.000.000 per overtreding, met een maximum van EUR 100.000.000;
PDV Europa te bevelen [binnen, rb.] twee weken na betekening van het in deze procedure te wijzen vonnis alle relevante bescheiden die zij ter beschikking heeft of bij haar (indirecte) dochtervennootschappen op kan vragen betreffend:
A. de verkoop van een aandelenbelang in Nynas AB aan de Nynasstiftelsen, zoals genoemd onder randnummer 2.127,
B. het recht om (een deel van) deze verkochte aandelen weer terug te verwerven van Nynasstiftelsen (of enige andere relevante entiteit), en
C. enige andere informatie die ziet op de waarde van het aandelenbelang in PDV Europa
ter beschikking te stellen aan de Deurwaarder zulks op straffe van een dwangsom van EUR 1.000.000 per overtreding, met een maximum van EUR 100.000.000;
Propernyn te bevelen [binnen, rb.] twee weken na een daartoe strekkend verzoek alle relevante bescheiden die zij ter beschikking heeft of bij haar (indirecte) dochtervennootschappen op kan vragen betreffende de waarde van haar onderneming ter beschikking te stellen aan de Deurwaarder en medewerking door haar (indirecte) dochters te bewerkstelligen zulks op straffe van een dwangsom van EUR 1.000.000 per overtreding, met een maximum van EUR 100.000.000;
Propernyn te bevelen [binnen, rb.] twee weken na betekening van het in deze procedure te wijzen vonnis alle relevante bescheiden die zij ter beschikking heeft of bij haar (indirecte) dochtervennootschappen op kan vragen betreffend:
A. de verkoop van een aandelenbelang in Nynas AB aan de Nynasstiftelsen (of andere relevante entiteit), zoals genoemd onder randnummer 2.127,
B. het recht om (een deel van) deze verkochte aandelen weer terug te verwerven van Nynasstiftelsen (of enige andere relevante entiteit), en
C. enige andere informatie die ziet op de waarde van het aandelenbelang in Propernyn (waaronder begrepen informatie over de waarde van het aandelenbelang in PDV Europa en haar deelnemingen) ter beschikking te stellen aan de Deurwaarder zulks op straffe van een dwangsom van EUR 1.000.000 per overtreding, met een maximum van EUR 100.000.000;
ter beschikking te stellen aan de Deurwaarder zulks op straffe van een dwangsom van EUR 1.000.000 per overtreding, met een maximum van EUR 100.000.000;
[de bestuurder] te bevelen [binnen, rb] twee weken na een daartoe strekkend verzoek alle relevante bescheiden die zij ter beschikking heeft of in haar hoedanigheid als bestuurder van Propernyn bij Propernyn en haar (indirecte) dochtervennootschappen op kan vragen betreffende de waarde van haar onderneming ter beschikking te stellen aan de Deurwaarder en medewerking door haar (indirecte) dochters te bewerkstelligen zulks op straffe van een dwangsom van EUR 1.000.000 per overtreding, met een maximum van EUR 100.000.000;
[de bestuurder] te bevelen [binnen, rb] twee weken na betekening van het in deze procedure te wijzen vonnis alle relevante bescheiden die zij ter beschikking heeft of bij Propernyn of haar (indirecte) dochtervennootschappen op kan vragen betreffend:
A. de verkoop van een aandelenbelang in Nynas AB aan de Nynasstiftelsen (of andere relevante entiteit), zoals genoemd onder randnummer 2.127,
B. het recht om (een deel van) deze verkochte aandelen weer terug te verwerven van Nynasstiftelsen (of enige andere relevante entiteit), en
C. enige andere informatie die ziet op de waarde van het aandelenbelang in Propernyn (waaronder begrepen informatie over de waarde van het aandelenbelang in PDV Europa en haar deelnemingen)
ter beschikking te stellen aan de Deurwaarder zulks op straffe van een dwangsom van EUR 50.000 per overtreding, met een maximum van EUR 1.000.000;
gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2.
COP voert – in hoofdzaak – ter onderbouwing van haar vordering het volgende aan.
PDVSA en Propernyn hebben slechts een klein gedeelte van de door COP verzochte informatie verstrekt, en stellen zich niet coöperatief op. De bestuurder, die verantwoordelijk is voor de verstrekking van informatie heeft die verstrekking bewust nagelaten.
In de vennootschap Nynas lijken zich activa van waarde te bevinden. PDV Europa BV heeft 35% van deze aandelen verkocht om Amerikaanse sancties te ontlopen. Daardoor is van het meerderheidsbelang in Nynas (eerder 50,1%) nu nog 15,1% over. De verkochte aandelen zijn geleverd aan een Zweedse stichting, Nynasstiftelsen, en deze heeft de aandelen op haar beurt overgedragen aan NyColleagues AB, een dochter van Nynasstiftelsen. Er blijkt een terugkoopoptie te zijn overeengekomen, maar COP krijgt daarover geen informatie van PDVSA en Propernyn. PDV Europa weigert ook informatie, te verschaffen, terwijl ze daartoe wel gehouden is op grond van de redelijkheid en billijkheid HR 20 september 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0338, Tripels/Masson), althans op grond van het bepaalde in artikel 843a Rv. Op grond van de redelijkheid en billijkheid moet de bestuurder bevolen worden informatie te verschaffen. Ook pleegt zij een persoonlijke onrechtmatige daad jegens COP door geen uitvoering te geven aan het bevel dat rust op Propernyn.
Gedaagden voeren verweer. Dat verweer komt, voor zover relevant, hierna aan de orde.

4.De beoordeling

4.1.
In de, hiervoor genoemde, door deze rechtbank afgegeven beschikking van 30 december 2020 is het navolgende overwogen:
verzoeken tot informatieverstrekking
4.27.
Voor opbrengstmaximalisatie is het noodzakelijk dat bij het executoriale verkoopproces de informatie waarover PDVSA en Propernyn beschikking hebben of kunnen krijgen, door de deurwaarder ofwel Alvarez & Marsal kunnen worden verstrekt aan potentiële kopers. PDVSA houdt alle aandelen in Propernyn en heeft niet weersproken dat de groep centraal wordt geleid. Zij is niet een aandeelhouder op ‘afstand’ en daarom mag worden aangenomen dat zij in relatie tot Propernyn gerechtigd is alle relevante inlichtingen over Propernyn en al haar dochtermaatschappijen op eerste verzoek te ontvangen. Mede gelet op het belang van COP, dat parallel loopt aan het belang van PDVSA, tot het verkrijgen van een zo hoog mogelijk opbrengst voor de aandelen, zijn zowel PDVSA als Propernyn in het kader van dit executietraject jegens COP gehouden alle redelijkerwijs relevante informatie waarover zij nu beschikken of de beschikking kunnen krijgen, op eerste verzoek te verstrekken aan de deurwaarder ofwel – op aanwijzing van de deurwaarder – aan Alvarez & Marsal. De rechtbank zal daarom ook dit aan PDVSA en Propernyn bevelen op straffe van een dwangsom, waarvoor de basis gelegen is in de redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 BW, voor wat betreft PDVSA) respectievelijk de zorgvuldigheidsnorm (art 6:162 BW, voor wat betreft Propernyn). Omdat het bedrijfsgevoelige informatie kan betreffen, moeten de deurwaarder en Alvarez & Marsal de door PDVSA en Propernyn te verstrekken informatie vertrouwelijk behandelen. Zij mogen deze informatie niet delen met de beslagleggers. Zoals overwogen mogen zij de informatie alleen delen met potentiële kopers na het sluiten van een met voldoende waarborgen omklede geheimhoudingsovereenkomst, met daarin de sanctie van een contractuele boete.Bij twist over de redelijkheid van het informatieverzoek kunnen partijen zich wenden tot de rechtbank.”
De voorzieningenrechter neemt deze beslissing tot uitgangpunt in dit kort geding waarin COP in wezen een aanvulling op en uitbreiding van deze beslissing vordert omdat zij (of beter: de deurwaarder en de door deze conform de beschikking van 30 december 2020 ingeschakelde deskundige Alvarez & Marsal), zo stelt zij, hindernissen ondervindt bij de onderhandse verkoop van de aandelen in Propernyn.
4.2.
In het bijzonder voert COP aan dat PDVSA en Propernyn, als ook de bestuurder, zich niet coöperatief opstellen en slechts een klein gedeelte van de verzochte informatie ter bepaling van de waarde van de aandelen in Propernyn hebben verschaft. Het betoog van COP wordt zo opgevat dat het haar in het bijzonder gaat om informatie over de verkoop van (35% van) de aandelen in Nynas door PDV Europa en over de precieze voorwaarden van een terugkoopoptie die PDV Europa is toegekend met betrekking tot de overgedragen aandelen Nynas (hierna ook aan de duiden als: de Nynas-aandelentransactie). COP heeft er belang bij dat de deurwaarder en Alvarez & Marsal van PDV Europa informatie verkrijgen over de bijzonderheden van de vervreemding van een deel van de aandelen in Nynas en van de voorwaarden die deel uitmaken van een kennelijk aan PDV Europa verleende terugkoopoptie, aldus COP.
4.3.
Gedaagden betwisten het gestelde belang van COP niet: zij erkennen dat de aandelen Nynas een waarde van enige substantie zal kunnen hebben en informatie daarom relevant kan zijn voor de onderhandse verkoop van de aandelen Propernyn. Het standpunt van gedaagden is, kort gezegd, dat in de beschikking van 30 december 2020 wel een informatieverplichting is opgelegd aan PDVSA en Propernyn, maar niet aan PDV Europa. Zij heeft toegelicht dat PDV Europa een ‘eigen bestuur’ heeft (dwz. niet bestuurd wordt door Propernyn of de bestuurder (gedaagde sub 3), en niet gehouden is de door COP gewenste inlichtingen te verstrekken. De door COP aangedragen rechtsgronden (het arrest HR 20 september 1991, ECLI:HR:1991:ZC0338 Tripels/Masson, artikel 843a Rv, artikel 162 Rv) kunnen een veroordeling van PDV Europa niet dragen, aldus gedaagden.
4.4.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan, onder de bijzondere omstandigheden van dit geval, waarin een voorziening wordt gevorderd die zich richt tegen een 100% kleindochtervennootschap van de debiteur op wier aandelen executoriaal beslag rust, met het oog op een adequaat verloop van het executieproces, onder zekere voorwaarden – verlangd worden dat informatie verstrekt wordt over (kort gezegd) de waarde van die onderneming. Bijzondere omstandigheden kunnen aan het aannemen van een dergelijke verplichting in de weg staan, maar van die omstandigheden is in dit geval niet gebleken. Dat er een geheimhoudingsverplichting ter zake van Nynas-transactie zou rusten op (het bestuur van) PDV Europa is in ieder geval niet (deugdelijk) onderbouwd naar voren gebracht dat daarin een reden kan bestaan geen veroordeling ten nadele van PDV Europa uit te spreken.
De basis voor een dergelijke veroordeling is – zoals die ook al in relatie tot Propernyn werd genoemd in de beschikking van 30 december 2020 – de maatschappelijke zorgvuldigheid (artikel 6:162 BW) die PDV Europa tegenover de crediteur van haar 100% (groot-) moedervennootschap PDVSA in acht dient te nemen.
4.5.
De vordering die zich richt tegen PDV Europa is naar het oordeel van de voorzieningenrechter wel erg ruim geformuleerd en zal worden ingekaderd, zodat PDV Europa, op straffe van een (lagere dan gevorderde) dwangsom, veroordeeld zal worden op eerste verzoek aan de deurwaarder inlichtingen te verstrekken die betrekking hebben op de verkoop van het aandelenbelang in Nynas AB aan Nynasstiftelsen en op een terugkooprecht ter zake van die aandelen. Ten aanzien van deze informatie zal in acht genomen moeten worden hetgeen de rechtbank heeft opgenomen onder 5.9 in de beschikking van 30 december 2020 over de geheimhouding van verkregen informatie bij verstrekking van inlichtingen aan potentiële kopers. Verder geldt deze verplichting tot het verstrekken van informatie slechts gedurende de periode dat de bevoegdheid tot (onderhandse) verkoop van de aandelen door de rechtbank is verleend.
4.6.
De voorzieningenrechter ziet geen grond voor toewijzing van enige vordering gericht tegen Propernyn of de bestuurder. Hoewel COP zich erover beklaagt dat er sprake is van ‘bewust en stelselmatig’ weigeren uitvoering te geven aan het rechterlijk bevel van 30 december 2020 heeft zij niet in voldoende duidelijke mate, onder specificatie van wat er dan in het bijzonder heeft ontbroken tot nu toe, uiteengezet waarin die weigering heeft bestaan. Gedaagden hebben duidelijk gemaakt dat zij naar beste kunnen de beschikbare informatie hebben verstrekt – waarbij zij erop hebben gewezen dat informatieverzoeken met grote tussenpozen zijn gedaan en op reacties verre van prompt werd gereageerd – en in het kader van dit kort geding is niet het beeld ontstaan van bewust of stelselmatig weigeren. Wat COP in het bijzonder niet heeft ontvangen zijn inlichtingen over de Nynas-aandelentransactie, maar daarvoor hadden Propernyn en de bestuurder een te gegrond verweer: die informatie bevindt zich bij het bestuur van PVD Europa, de vennootschap die bij beschikking van 30 december 2020 niet veroordeeld was inlichtingen te verstrekken en wier (zelfstandige) bestuur niet meewerkte aan het verstrekken van die informatie. Dat Propernyn, als enig aandeelhouder, niet zonder meer kon afdwingen dat PDV Europa die informatie wel aan COP zou verstrekken, acht de voorzieningenrechter aannemelijk gelet op het bepaalde in artikel 2:217 BW, terwijl van een instructiebevoegdheid niets gebleken is.
4.7.
De uitkomst van dit geding – gedeeltelijke toewijzing van het van PDV Europa gevorderde, afwijzing van de vorderingen gericht tegen Propernyn en de bestuurder rechtvaardigt (waar gedaagden samen zijn opgetrokken, en deel uitmaken van een en hetzelfde concern) een compensatie van kosten.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
  • veroordeelt PDV Europa om binnen twee weken na elk daartoe strekkend verzoek alle relevante informatie die betrekking heeft op de Nynas-aandelentransactie en haar ter beschikking staat, aan de deurwaarder belast met de executie van de door PDVSA in Propernyn gehouden aandelen ter beschikking te stellen, op straffe van een dwangsom van € 100.000 per dag dat zij met de nakoming van een dergelijk verzoek in gebreke blijft, tot een maximum van € 1.000.000 per verzoek;
  • wijst af het meer of anders gevorderde;
  • compenseert de kosten zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Vetter en in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2023.