ECLI:NL:RBDHA:2023:10740
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van vrijheidsbeperkende maatregel op basis van nationale veiligheid en openbare orde
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij eiser de verplichting is opgelegd om te verblijven in een deel van de gemeente Rotterdam. Eiser, die eerder is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar wegens deelname aan een terroristische organisatie, heeft zijn straf uitgezeten en is in het bezit van een V-nummer. De rechtbank heeft het beroep op 27 juni 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiser als de staatssecretaris aanwezig waren.
De staatssecretaris heeft de vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd op basis van de nationale veiligheid, omdat eiser niet heeft voldaan aan de verplichting om Nederland uit eigen beweging te verlaten en hij een gevaar vormt voor de openbare orde. Eiser heeft tijdens het gehoor geen bezwaren geuit tegen de maatregel en heeft geen persoonlijke omstandigheden naar voren gebracht die in aanmerking genomen moesten worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de maatregel terecht heeft opgelegd, gezien de veroordeling van eiser en het risico dat hij vormt.
Eiser heeft aangevoerd dat de maatregel in strijd is met de Terugkeerrichtlijn en dat er geen gevaar voor onderduiken of belemmering van terugkeer is. De rechtbank heeft deze argumenten verworpen, verwijzend naar eerdere uitspraken die bevestigen dat de staatssecretaris bevoegd is om vrijheidsbeperkende maatregelen op te leggen. De rechtbank concludeert dat de maatregel noodzakelijk is en dat er geen minder belastend alternatief beschikbaar is. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en hij krijgt geen proceskostenvergoeding.