ECLI:NL:RBDHA:2023:10690
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid van Polen voor asielaanvraag van Jemenitische eiser met Pools visum
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van een Jemenitische eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen op basis van de Dublinverordening, omdat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De eiser, die op 5 februari 2023 Nederland is binnengekomen en op 13 februari 2023 een asielaanvraag heeft ingediend, heeft een Pools visum dat geldig was van 5 oktober 2022 tot 15 februari 2023. De rechtbank heeft op 17 juli 2023 de zaak behandeld, waarbij de eiser en zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Polen niet aan zijn internationale verplichtingen voldoet. De eiser heeft gewezen op zorgen over de behandeling van LHBTQI-personen in Polen en op rapporten die wijzen op problemen in de asielprocedure. Echter, de rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft aangenomen dat Polen de asielaanvraag van de eiser zal behandelen, en dat er geen reëel risico is op onmenselijke of vernederende behandeling bij terugkeer naar Polen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de eiser geen recht heeft op een verblijfsvergunning in Nederland en zal worden overgedragen aan Polen.
De uitspraak benadrukt het interstatelijk vertrouwensbeginsel, dat inhoudt dat de autoriteiten van een EU-lidstaat mogen vertrouwen op de naleving van internationale verplichtingen door andere lidstaten. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de waarborgen die Polen biedt voor de behandeling van asielaanvragen, ondanks de zorgen die zijn geuit over de situatie van LHBTQI-personen en de asielprocedure in Polen. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser niet overtuigend geacht en bevestigt de beslissing van de staatssecretaris.