In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 14 juli 2023, wordt het beroep van eisers beoordeeld tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eisers, die gezamenlijk een aanvraag hebben ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) op 20 september 2022, stellen dat de staatssecretaris niet tijdig heeft beslist op hun aanvraag. De rechtbank behandelt het beroep en constateert dat de staatssecretaris de wettelijke beslistermijn van 90 dagen heeft overschreden, en dat eisers de staatssecretaris in gebreke hebben gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en gegrond is, en legt de staatssecretaris een beslistermijn van vier weken op om alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. De rechtbank kent ook een proceskostenvergoeding van € 837 toe aan eisers, die door de staatssecretaris moet worden betaald. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om tijdig te beslissen op aanvragen en de rechten van betrokkenen, in dit geval de eisers, te waarborgen.