Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 1]
[naam 3]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Inleiding
22 mei 2023 niet in behandeling genomen omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de aanvraag.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag de beroepen van eisers tegen het niet in behandeling nemen van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvragen op 22 mei 2023 niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, wat betekent dat het niet in behandeling nemen van de aanvragen in stand blijft. De rechtbank legt uit dat de Europese Unie gezamenlijke regelgeving heeft over het in behandeling nemen van asielaanvragen, vastgelegd in de Dublinverordening. Deze verordening stelt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. In dit geval heeft Nederland een verzoek om overname aan Duitsland gedaan, dat door Duitsland is aanvaard.
Eisers hebben aangevoerd dat de staatssecretaris ten onrechte voorbijgaat aan hun bijzondere persoonlijke omstandigheden en dat zij vrezen voor indirect refoulement. De rechtbank oordeelt dat eisers niet hebben aangetoond dat de Duitse asielprocedure en opvangvoorzieningen systeemfouten bevatten die hen in gevaar zouden kunnen brengen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris in redelijkheid geen bijzondere omstandigheden heeft hoeven achten die een overdracht aan Duitsland onredelijk zouden maken. De beroepen zijn kennelijk ongegrond en eisers krijgen geen proceskostenvergoeding.