Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. de werknemer heeft in dit verband aangevoerd dat de werkgever niet heeft voldaan aan haar re-integratieverplichtingen. Aannemelijk is echter dat het re-integratietraject bij de werkgever geen prioriteit had aangezien partijen langdurig over een vaststellingsovereenkomst hebben onderhandeld. Vanaf 9 november 2022 is de werknemer vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden. Eind januari 2023 hebben partijen overeenstemming bereikt over de beëindigingsvoorwaarden. De werknemer vond het uiteindelijk niet verstandig om de vaststellingsovereenkomst te tekenen in verband met zijn arbeidsongeschiktheid. Onder die omstandigheden kan van ernstig verwijtbaar handelen geen sprake zijn.