Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 1 juni 2023 met producties GP01A tot en met GP13M;
General Counsel McCain Continental Europe and MENA), [Naam 2] (
Chief Accounting Officer Continental Europe & Compliance Director – Continental Europe), [Naam 3] (
SCM Process Optimization Manager – Continental Europe), [Naam 4] (
Manager FPA Reporting, Financial Planning and Analyis – Continental Europe), bijgestaan door mr. Fleuren en mr. F. Lambert (advocaat te Amsterdam). Van de zijde van Simplot waren in persoon aanwezig mr. Fresco, mr. R. Grijpink en mr. I.M. Ten Brink (beiden advocaat te Amsterdam). Tevens hebben op afstand aan de mondelinge behandeling deelgenomen, namens McCain Holland c.s., [Naam 5] (
Chief Legal Officer McCain Foods Limited), [Naam 6] en [Naam 7] (beiden advocaat te Brussel) en, namens Simplot, [Naam 8] (
Chief Intellectual Property Counsel). Daarnaast waren op afstand aanwezig [Tolk 1] en [Tolk 2] , beiden tolk Engels.
2.De feiten
third party logistic provider(hierna: 3PL).
Inzage in en afschrift van bescheiden
aan [3] een door een, door Simplot aan te wijzen, gediplomeerde onafhankelijke administrateur opgestelde en met deugdelijke bescheiden gestaafde opgave te doen van:
CFOvan Simplot) namens Simplot de in een
Statement of Work(hierna: SoW) neergelegde opdracht van McCain Holland c.s. aan EY, meeondertekend, waarna de werkzaamheden van EY zijn aangevangen. Op de eerste pagina van het SoW is daarover onder meer het volgende opgenomen:
revised) reconstructie gezonden. Die (oorspronkelijke en herziene) reconstructies worden hierna aangeduid als de reconstructie. Daarnaast heeft zij EY onder meer toegang verschaft tot haar administratiesystemen en inzicht gegeven in de relevante documentatie ter onderbouwing van de reconstructie.
Report of factual findings” van EY (hierna: het EY-rapport) ontvangen. Het EY-rapport, waarvan de door McCain Holland c.s. opgestelde reconstructie als bijlage onderdeel uitmaakt, was niet vergezeld van bescheiden ter onderbouwing daarvan, ook niet van de documenten waarover EY (als opsteller van het rapport) wel de beschikking had gehad.
3.Het geschil
4.De beoordeling
recallverplichting gold. Tegen die achtergrond komt het verjaringsbetoog van McCain Holland c.s. in wezen erop neer dat Simplot sinds 15 september 2017 iedere zes maanden een stuitingshandeling had moeten verrichten omdat zij ervan uit had dienen te gaan dat McCain Foods c.s. het inbreukverbod zou (hebben) overtreden, zonder dat daartoe een concrete aanleiding bestond. Dat is eenvoudigweg onjuist.
aan Simplotdienen te worden verstrekt. Dit volgt echter wel duidelijk en ondubbelzinnig uit de aard van die verplichtingen alsmede uit hun doel en strekking, zoals door de rechtbank verwoord in overwegingen 2.59 tot en met 2.61 van het 2022 bodemvonnis (zie hierboven onder 2.11). Daaruit volgt immers dat de rechtbank ervan uitgaat dat er (mogelijk vertrouwelijk) informatie aan Simplot zal worden verstrekt, maar dat dat geen probleem zal zijn in verband met de (opgelegde) vertrouwelijkheid. Indien de lezing van McCain Holland c.s. van de 4.12- en 4.27-verplichtingen wordt gevolgd, zouden overwegingen 4.13 en 4.28 van het dictum van het 2022 bodemvonnis volstrekt zinledig, althans overbodig zijn. In die overwegingen heeft de rechtbank – nota bene ter bescherming van de belangen van de buitenlandse McCain-vennootschappen en McCain Ltd c.s. – op de in de 4.12- en 4.27-verplichtingen genoemde bescheiden die dienen ter staving van de opgave (deels) een vertrouwelijkheidsregime van toepassing verklaard dat overeenkomt met het vertrouwelijkheidsregime dat geldt voor de 4.10-documenten.