ECLI:NL:RBDHA:2023:10231

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 juli 2023
Publicatiedatum
13 juli 2023
Zaaknummer
NL23.17218
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming

Op 4 juli 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een eiser die een asielaanvraag had ingediend. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser niet-ontvankelijk. De reden hiervoor was dat de eiser met onbekende bestemming was vertrokken en kennelijk geen prijs meer stelde op de door hem gezochte bescherming. De rechtbank baseerde haar beslissing op het feit dat de eiser geen contact meer had met zijn gemachtigde, mr. F. van Dijk, die zich had onttrokken aan de zaak. De rechtbank stelde vast dat de eiser op 22 juni 2023 was vertrokken en dat er geen bewijs was dat hij nog in Nederland verbleef of dat hij nog contact had met zijn gemachtigde.

De rechtbank overwoog dat het vaste rechtspraak is dat als een vreemdeling die in Nederland bescherming heeft gevraagd met onbekende bestemming vertrekt, er in beginsel vanuit moet worden gegaan dat deze vreemdeling geen prijs meer stelt op de bescherming. De rechtbank concludeerde dat de eiser geen rechtens te beschermen belang meer had bij de beoordeling van zijn beroep, omdat hij niet was verschenen op de zitting en er geen bewijs was van zijn verblijf in Nederland.

De uitspraak werd openbaar gemaakt op 4 juli 2023 en is bekendgemaakt op 12 juli 2023. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.17218
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer] ,

en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigden: F. van Kamp en R. Hopman).

Procesverloop

In het besluit van 12 juni 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen op de grond dat Zwitserland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De gemachtigde van eiser heeft zich onttrokken aan de zaak van eiser.
De rechtbank heeft het beroep, samen met de zaak NL23.17219, op 4 juli 2023 op zitting behandeld. Eiser is niet verschenen. Verweerder is, met voorafgaand bericht, niet verschenen.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2.
zaaknummer: NL23.17218
2
3. Eiser heeft bij verweerder een asielaanvraag ingediend. Verweerder heeft de asielaanvraag niet in behandeling genomen. Volgens verweerder is Zwitserland -op grond van de Dublinverordening- verantwoordelijk voor de behandeling van de asielaanvraag, omdat hij daar eerder een asielaanvraag heeft ingediend.
4. De rechtbank ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of eiser procesbelang heeft bij zijn beroep. In de berichten van 27 en 30 juni 2023 heeft verweerder gesteld dat eiser volgens een melding van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers en de Vreemdelingenpolitie op 22 juni 2023 met onbekende bestemming is vertrokken. Ter onderbouwing hiervan heeft verweerder een schermafdruk overgelegd van zijn systeem. De rechtbank heeft de gemachtigde van eiser (mr. F. van Dijk) gevraagd om te reageren op het standpunt van verweerder. Op 29 juni 2023 heeft Van Dijk meegedeeld dat hij zich onttrekt aan de zaak van eiser. Daarbij vermeldt Van Dijk dat hij niets meer van eiser heeft vernomen en dat hij ervan uitgaat dat eiser nog op het AZC [locatie] verblijft.
5. Het is vaste rechtspraak dat, als een vreemdeling die in Nederland bescherming heeft gevraagd met onbekende bestemming vertrekt zonder aan verweerder te laten weten waar hij verblijft, er in beginsel vanuit gegaan moet worden dat die vreemdeling geen prijs meer stelt op de door hem aanvankelijk gezochte bescherming in Nederland. Dit is slechts anders als een vreemdeling laat weten dat hij contact met zijn gemachtigde onderhoudt en dus nog prijs stelt op deze bescherming. Dit impliceert dat de gemachtigde weet dat een vreemdeling nog in Nederland verblijft, waar hij verblijft en met de vreemdeling contact heeft over de verdere voortgang van de procedure en de keuzes die in dit kader moeten worden gemaakt.1
6. De rechtbank stelt vast dat Van Dijk geen contact meer heeft met eiser. Verder blijkt uit de informatie van verweerder dat eiser niet meer verblijft in het AZC [locatie] . Dat Van Dijk ervan uitgaat dat eiser daar nog wel verblijft, maakt niet dat eiser daar daadwerkelijk verblijft. Uit het bericht van Van Dijk blijkt dus niet dat hij nog contact heeft met eiser, dat hij weet of eiser nog in Nederland verblijft of waar hij verblijft. Ook is eiser niet op de zitting verschenen.
7. Onder deze omstandigheden stelt de rechtbank vast dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming en dus geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep. Eiser is met onbekende bestemming vertrokken en heeft geen contact meer met Van Dijk.
8. Gelet op het voorgaande is het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 4 juli 2023 door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier.
1 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 februari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:579).
zaaknummer: NL23.17218
3
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
12 juli 2023

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.