ECLI:NL:RBDHA:2023:10006
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vaststelling van zorgtoeslag en kindgebonden budget op basis van gewijzigd inkomen
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 13 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Belastingdienst/Toeslagen over de definitieve vaststelling van de zorgtoeslag en het kindgebonden budget voor het jaar 2021. Eiseres ontving in 2021 voorschotten op basis van een geschat inkomen van € 21.507, maar na een melding van de Basisregistratie Inkomensgegevens (BRI) bleek haar werkelijke inkomen € 27.000 te zijn. Dit leidde tot een terugvordering van teveel betaalde voorschotten door de Belastingdienst.
Eiseres betoogde dat een nabetaling van het UWV van € 5.993,37 buiten beschouwing moest worden gelaten bij de berekening van haar toeslagen. De rechtbank oordeelde echter dat de Belastingdienst gehouden was het door de inspecteur bij de aanslag inkomstenbelasting vastgestelde verzamelinkomen te volgen. De rechtbank concludeerde dat er geen wettelijke mogelijkheid was om de nabetaling buiten beschouwing te laten en dat de terugvordering rechtmatig was.
De rechtbank overwoog verder dat eiseres niet in haar belangen was geschaad, omdat zij op de hoogte was van de mogelijke gevolgen van de nabetaling en dat haar persoonlijke omstandigheden geen aanleiding gaven om van terugvordering af te zien. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding en terugbetaling van griffierecht af.