ECLI:NL:RBDHA:2022:9775
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning AOW-pensioen en schuldig nalatigverklaring
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een inwoner van [woonplaats], en de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van 12 oktober 2020, waarin zijn bezwaar tegen een eerder besluit van 7 augustus 2020 ongegrond was verklaard. Dit eerdere besluit kende eiser een AOW-pensioen toe van 94% van het maximale AOW-pensioen, met inachtneming van een schuldig nalatigverklaring uit 2000 over het jaar 1997. Eiser betwistte de schuldig nalatigverklaring en stelde dat hij het besluit uit 2000 nooit had ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het besluit aangetekend was verzonden naar het juiste adres, maar retour was gekomen met de aantekening 'vertrokken/niet afgehaald'. Eiser heeft geen rechtsmiddelen aangewend tegen de schuldig nalatigverklaring, waardoor deze onherroepelijk is geworden. De rechtbank oordeelde dat de korting van 2% op het AOW-pensioen terecht was toegepast, en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.