Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsbeslissing
ten aanzien van de zaaksdossiers 20 en 22een nauwe en bewuste samenwerking bestond tussen [medeverdachte 2], [verdachte] en [medeverdachte 5].
ten aanzien van zaaksdossier 21. Op grond van de bewijsmiddelen kan enkel worden vastgesteld dat [verdachte] en [medeverdachte 5] pas in beeld kwamen en slechts betrokkenheid hadden bij het ophalen van de mobiele telefoons bij MediaMarkt ten aanzien van de zaaksdossiers 20 en 22. De oplichting, de computervredebreuk en de diefstal van het geld van de bankrekeningen van [slachtoffer 20] en [slachtoffer 22] hadden toen al plaatsgevonden. Bewijs dat [verdachte] en [medeverdachte 5] betrokkenheid hadden bij het witwassen van het geld van de bankrekening van [slachtoffer 21] is ook niet voorhanden. [verdachte] zal dan ook van deze feiten worden vrijgesproken.
1.767,06toebehorende aan
meerderepersonen waarbij de verdachte en zijn mededader het weg te nemen geld onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel,
MediaMarkt;
25, 26, 28 en29
meerderegeldbedragen overgedragen en/of omgezet en/of gebruik gemaakt, terwijl hij telkens wist dat het voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
16 tot en met 22, 25, 26, 28 en 29
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vorderingen van de benadeelde partijen/de schadevergoedingsmaatregel
[slachtoffer 4];
[slachtoffer 7]tot een bedrag van € 500,-, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij voor het overige;
[slachtoffer 8], vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
[slachtoffer 9]ten aanzien van een bedrag van € 704,- en tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij voor het overige;
[slachtoffer 10], vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
[slachtoffer 13], vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
[slachtoffer 15], vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
[slachtoffer 19]tot een bedrag van € 500,-, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij voor het overige;
[slachtoffer 20], vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
[slachtoffer 26];
[slachtoffer 36], vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
[bank 1], vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[slachtoffer 4]af te wijzen, nu de schade reeds door de Rabobank is vergoed;
[slachtoffer 7]niet-ontvankelijk te verklaren, nu de gevorderde materiële schade geen rechtstreekse schade betreft en de gevorderde immateriële schade onvoldoende is onderbouwd;
[slachtoffer 8]niet-ontvankelijk te verklaren, nu de gevorderde immateriële schade onvoldoende is onderbouwd;
[slachtoffer 9]af te wijzen ten aanzien van een bedrag van € 704,-, aangezien deze schade reeds is vergoed, en tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij, dan wel afwijzing van de vordering voor het overige, nu deze schade onvoldoende is onderbouwd en geen rechtstreekse schade betreft;
[slachtoffer 10]ten aanzien van de gevorderde materiële schade af te wijzen, nu deze schade reeds door de Rabobank is vergoed, en de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren ten aanzien van de gevorderde immateriële schade, nu deze schade onvoldoende is onderbouwd;
[slachtoffer 13]niet-ontvankelijk te verklaren ten aanzien van de gevorderde telefoonkosten en reiskosten, nu deze kosten onvoldoende zijn onderbouwd. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank;
[slachtoffer 15]niet-ontvankelijk te verklaren ten aanzien van de gevorderde immateriële schade, nu deze schade onvoldoende is onderbouwd. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank;
[slachtoffer 19]niet-ontvankelijk te verklaren ten aanzien van de gevorderde immateriële schade, nu deze schade onvoldoende is onderbouwd. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank;
[slachtoffer 20]niet-ontvankelijk te verklaren ten aanzien van de gevorderde proceskosten, nu deze kosten onvoldoende zijn onderbouwd. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank;
[slachtoffer 26]niet-ontvankelijk te verklaren, dan wel de vordering af te wijzen, nu de gevorderde immateriële schade onvoldoende is onderbouwd;
[slachtoffer 36];
[bank 1]niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien er tussen de bewezenverklaarde feiten en de vordering onvoldoende verband bestaat om te kunnen aannemen dat de benadeelde partij door het handelen van de verdachte rechtstreekse schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft immers de bedragen uit coulance uitgekeerd aan de rekeninghouders en niet omdat de benadeelde partij daartoe rechtens verplicht was. De vrijwillige uitkering kan daarom ook niet worden beschouwd als rechtstreekse schade.
[slachtoffer 4], [slachtoffer 7], [slachtoffer 8], [slachtoffer 9], [slachtoffer 10], [slachtoffer 13], [slachtoffer 15], [slachtoffer 19], [slachtoffer 20], [slachtoffer 26]niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen, aangezien de verdachte van de feiten waarop de vordering betrekking heeft, zal worden vrijgesproken, dan wel aan de benadeelde partij niet rechtstreeks schade is toegebracht door de bewezenverklaarde feiten.
8.De inbeslaggenomen voorwerpen
9.De toepasselijke wetsartikelen
10.De beslissing
12 (TWAALF) MAANDEN;
[slachtoffer 4], [slachtoffer 7], [slachtoffer 8], [slachtoffer 9], [slachtoffer 10], [slachtoffer 13], [slachtoffer 15], [slachtoffer 19], [slachtoffer 20], [slachtoffer 26] en [slachtoffer 36]niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen tot schadevergoeding;
[bank 1]gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte hoofdelijk tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van € 1.355,77, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 12 juli 2022 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, met veroordeling van de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt - tot op heden begroot op nihil - en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven te weten