Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter zitting
2.De tenlastelegging
3.Inleiding
4.Waardering van het bewijs
ten aanzien van de zaaksdossiers 20 en 22een nauwe en bewuste samenwerking bestond tussen [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5].
ten aanzien van zaaksdossier 21. Op grond van de bewijsmiddelen kan enkel worden vastgesteld dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] pas in beeld kwamen en slechts betrokkenheid hadden bij het ophalen van de mobiele telefoons bij MediaMarkt ten aanzien van de zaaksdossiers 20 en 22. De oplichting, de computervredebreuk en de diefstal van het geld van de bankrekeningen van [slachtoffer 20] en [slachtoffer 22] hadden toen al plaatsgevonden. Bewijs dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] betrokkenheid hadden bij het witwassen van het geld van de bankrekening van [slachtoffer 21] is ook niet voorhanden.
5.De bewezenverklaring
persoonheeft bewogen tot het ter beschikking stellen van gegevens, te weten gegevens waarmee kon worden ingelogd in de account van hun bank, hebbende verdachte toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid,
Marktplaatszich voorgedaan als een bonafide koper en vervolgens een betaalverzoek van EUR 0,01 verzonden via een WhatsAppbericht) naar een verkoper waarbij die persoon, verkoper, vervolgens naar een phishing website werden geleid, waar hij/zij werd bewogen tot de afgifte van bovenomschreven gegevens;
22, 24 tot en met29, zaak 31 en zaak 33 tot en met
35
22, 24 tot en met29, zaak 31 en zaak 33 tot en met
35
1.767,06toebehorende aan personen waarbij de verdachte en zijn mededader het weg te nemen geld onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door met behulp van de inloggegevens van de bankaccount van voornoemde personen, waartoe hij, verdachte en zijn mededader niet gerechtigd waren, in te loggen op de bankrekening van die personen en vervolgens geldbedragen over te maken naar onder andere de bankrekening van
MediaMarkt;
25, 26, 28 en 29
37.787,34toebehorende aan personen waarbij de verdachte het weg te nemen geld onder zijn bereik
heeftgebracht door middel van een valse sleutel, te weten door met behulp van de inloggegevens van de bankaccount van voornoemde personen, waartoe hij, verdachte niet gerechtigd was, in te loggen op de bankrekening van die personen en vervolgens geldbedragen over te maken naar onder andere de bankrekening van
MediaMarkt;
22, 24, 27, 31,33 tot en met
35
meerderegeldbedragen overgedragen en/of omgezet en/of gebruik gemaakt, terwijl hij telkens wist dat het voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
20, 22, 24, 25, 26, 28 en 29
meerderegeldbedragen overgedragen en/of omgezet en/of gebruik gemaakt, terwijl hij telkens wist dat het voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
21, 27 31, 33, 34 en 35
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte
7.De straf en/of maatregel
De verdachte heeft een sociaal-emotionele ontwikkelingsachterstand. Dat komt tot uiting in een niet geïntegreerde persoonlijkheid. Er is aan de verdachte dusdanig weinig eigenheid dat hij als het ware vervloeit met de omgeving. Doordat hij zelf 'niemand' is, neemt hij aspecten van voorbeeldfiguren uit zijn omgeving over en kopieert deze als het ware. Hij 'wordt dan zoals zijn omgeving', zowel in positieve als negatieve zin. Hiervan was ook sprake ten tijde van het ten laste gelegde, en de ontwikkelingsachterstand is in meer of mindere mate van invloed geweest op het ten laste gelegde. Als gevolg van de ontwikkelingsachterstand is de verdachte sterk beïnvloedbaar en hierdoor ingeperkt in zijn keuzevrijheid en handelingsmogelijkheden. Om die reden kan hij niet volledig verantwoordelijk voor zijn gedrag worden gehouden, niet in het algemeen en ook niet op de momenten van het ten laste gelegde. Dit neemt echter niet weg dat hij tegenwicht aan zijn gedrag had kunnen bieden en alternatief gedrag had kunnen bedenken en vervolgens aanwenden. Hij lijkt ook over een bepaald normbesef te beschikken, ook al kan hij niet concretiseren wat het begrip 'slecht' inhoudt. Daarbij heeft het ten laste gelegde zich over een lange periode afgespeeld en heeft de verdachte genoeg gelegenheid en tijd gehad zijn gedrag om te buigen of ervan af te zien. Hier heeft hij echter onvoldoende gebruik van kunnen maken, doordat hij door de ontwikkelingsachterstand te zeer was beperkt in zijn wilsvrijheid. Op grond van die bevindingen adviseert de rapporteur de verdachte het ten laste gelegde in een verminderde mate toe te rekenen.
De rapporteur heeft geadviseerd het minderjarigenstrafrecht toe te passen. De verdachte is in emotioneel opzicht nog jong en komt weinig volwassen over. Hij woont thuis en is pedagogisch nog beïnvloedbaar; verdere scholing is belangrijk voor zijn ontwikkeling. Daarbij heeft hij geen lange justitiële voorgeschiedenis, lijkt hij gebukt te gaan onder het justitiële ingrijpen en is er bij hem geen verharding of onverschilligheid te zien, aldus de rapporteur. De verdachte heeft hulp en behandeling nodig, gericht op terugdringen van het recidivegevaar. Hiervoor is het nodig dat hij leert een eigen persoonlijkheid en identiteit op te bouwen, zodat hij minder beïnvloedbaar zal zijn en dat hij leert zijn eigen keuzes en koers te bepalen. Tegelijk zal er een traject gericht op terugvalpreventie moeten worden opgesteld, geënt op een analyse van zijn delictgedrag. Daarnaast dient er omgezien te worden naar een geschikte en meer permanente verblijfplaats die een positieve invloed op hem zal hebben. Als juridisch kader lijkt een - eventueel deels - voorwaardelijke straf een passende afdoening.
- een meldplicht bij reclassering;
- een ambulante behandelverplichting;
- een contactverbod met de medeverdachten (uitgezonderd de broer en de moeder van betrokkene) in deze strafzaak.
8.De vorderingen van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
[slachtoffer 4]
[slachtoffer 7]tot een bedrag van € 500,-, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij voor het overige;
[slachtoffer 8], vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
[slachtoffer 9]ten aanzien van een bedrag van € 704,- en tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij voor het overige;
[slachtoffer 10], vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
[slachtoffer 13], vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
[slachtoffer 15], vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
[slachtoffer 19]tot een bedrag van € 500,-, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij voor het overige;
[slachtoffer 20], vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
[slachtoffer 26];
[slachtoffer 36], vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
[bank 1], vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[slachtoffer 4]af te wijzen, nu de schade reeds door de Rabobank is vergoed;
[slachtoffer 7]niet-ontvankelijk te verklaren, nu de gevorderde materiële schade geen rechtstreekse schade betreft en de gevorderde immateriële schade onvoldoende is onderbouwd;
[slachtoffer 8]niet-ontvankelijk te verklaren, nu de gevorderde immateriële schade onvoldoende is onderbouwd;
[slachtoffer 9]af te wijzen ten aanzien van een bedrag van € 704,-, aangezien deze schade reeds is vergoed, en tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij, dan wel afwijzing van de vordering voor het overige, nu deze schade onvoldoende is onderbouwd en geen rechtstreekse schade betreft;
[slachtoffer 10]ten aanzien van de gevorderde materiële schade af te wijzen, nu deze schade reeds door de [bank 1] is vergoed, en de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren ten aanzien van de gevorderde immateriële schade, nu deze schade onvoldoende is onderbouwd;
[slachtoffer 13]niet-ontvankelijk te verklaren ten aanzien van de gevorderde telefoonkosten en reiskosten, nu deze kosten onvoldoende zijn onderbouwd. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank;
[slachtoffer 15]niet-ontvankelijk te verklaren ten aanzien van de gevorderde immateriële schade, nu deze schade onvoldoende is onderbouwd. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank;
[slachtoffer 19]niet-ontvankelijk te verklaren ten aanzien van de gevorderde immateriële schade, nu deze schade onvoldoende is onderbouwd. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank;
[slachtoffer 20]niet-ontvankelijk te verklaren ten aanzien van de gevorderde proceskosten, nu deze kosten onvoldoende zijn onderbouwd. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank;
[slachtoffer 26]niet-ontvankelijk te verklaren, dan wel de vordering af te wijzen, nu de gevorderde immateriële schade onvoldoende is onderbouwd;
[slachtoffer 36];
[bank 1]niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien er tussen de bewezenverklaarde feiten en de vordering onvoldoende verband bestaat om te kunnen aannemen dat de benadeelde partij door het handelen van de verdachte rechtstreekse schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft immers de bedragen uit coulance uitgekeerd aan de rekeninghouders en niet omdat de benadeelde partij daartoe rechtens verplicht was. De vrijwillige uitkering kan daarom ook niet worden beschouwd als rechtstreekse schade.
9.Beslag
10.De toepasselijke wetsartikelen
11.De beslissing
300 (DRIEHONDERD) DAGEN
120 (HONDERDTWINTIG) DAGEN, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden;
2 (TWEE)jaren onder de voorwaarden dat de veroordeelde:
[MEDEVERDACHTE 1], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats];
[MEDEVERDACHTE 4], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats];
[MEDEVERDACHTE 3], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats];
[MEDEVERDACHTE 5], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats].
[slachtoffer 4],
[slachtoffer 7],
[slachtoffer 8],
[slachtoffer 9],
[slachtoffer 10],
[slachtoffer 19],
[slachtoffer 20],
[slachtoffer 26]en
[slachtoffer 36]niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen tot schadevergoeding;
[slachtoffer 7],
[slachtoffer 8],
[slachtoffer 9],
[slachtoffer 10],
[slachtoffer 19] en [slachtoffer 20]hun vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen;
[slachtoffer 13]toe en veroordeelt de verdachte hoofdelijk tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van € 16,57, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 10 januari 2020 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, met veroordeling van de verdachte in de kosten van de benadeelde partij gemaakt - tot op heden begroot op nihil - en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
[slachtoffer 13];
[slachtoffer 15]gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte hoofdelijk tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van € 3,95, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 21 januari 2020 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, met veroordeling van de verdachte in de kosten van de benadeelde partij gemaakt - tot op heden begroot op nihil - en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
[slachtoffer 15];
[bank 1]gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte hoofdelijk tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van € 34.031,81, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 12 juli 2022 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, met veroordeling van de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt - tot op heden begroot op nihil - en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;