ECLI:NL:RBDHA:2022:9606
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van geen rechtmatig verblijf als Unieburger en de voorwaarden voor duurzaam verblijf
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 7 juni 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de vaststelling van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid behandeld. Eiseres, een Roemeense nationaliteit, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 21 april 2021 waarin werd vastgesteld dat zij geen rechtmatig verblijf heeft als Unieburger. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor duurzaam verblijf, omdat zij nooit economisch actief is geweest en niet heeft aangetoond over voldoende middelen van bestaan te beschikken. Eiseres heeft sinds 14 maart 2008 in Nederland verbleven, maar heeft nooit arbeid verricht of een reële kans op werk aangetoond. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft vastgesteld dat eiseres nooit rechtmatig verblijf heeft gehad. De rechtbank wijst ook het verzoek om vrijstelling van het griffierecht toe, maar oordeelt dat het beroep ongegrond is. De rechtbank heeft de belangenafweging van de staatssecretaris beoordeeld en concludeert dat deze zorgvuldig is uitgevoerd. Eiseres heeft niet aangetoond dat haar belangen niet zijn meegewogen. De rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het beroep ongegrond is verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen vier weken hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.