ECLI:NL:RBDHA:2022:9501
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Buiten behandelingstelling van aanvraag uitstel van vertrek op medische gronden
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, wordt het beroep van eiser tegen de buiten behandelingstelling van zijn aanvraag voor uitstel van vertrek op medische gronden behandeld. Eiser, geboren op [geboortedatum] en van Surinaamse nationaliteit, had zijn aanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid buiten behandeling gesteld omdat niet alle benodigde documenten waren ingediend. Eiser had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft het beroep en het verzoek op 16 mei 2022 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, maar verweerder afwezig was.
De rechtbank oordeelt dat de aanvraag van eiser niet compleet was, aangezien hij niet alle benodigde medische gegevens had overgelegd. Eiser had eerder aanvragen gedaan voor uitstel van vertrek, maar deze waren afgewezen. De rechtbank stelt vast dat het beleid van verweerder redelijk is en dat de bewijslast voor de actuele medische situatie bij de vreemdeling ligt. Eiser had niet binnen de gestelde termijn de ontbrekende stukken aangeleverd, waardoor de aanvraag terecht buiten behandeling is gesteld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.