Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eisende partij sub 1 qq] te [plaats 1] ,
[eisende partij sub 2 qq]te [plaats 2] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 maart 2021;
- de akte overlegging producties 1 tot en met 11 van de zijde van [eisende partij sub 1 qq c.s.] ;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 14;
- het tussenvonnis van 30 maart 2022;
- producties 12 tot en met 18 van de zijde van [eisende partij sub 1 qq c.s.] ;
- producties 15 en 16 van de zijde van [gedaagde] ;
- vier ongenummerde producties, waaronder diverse foto’s en een door partijen ondertekende vaststellingsovereenkomst, van de zijde van [gedaagde] ;
- productie 19 van de zijde van [eisende partij sub 1 qq c.s.] ;
- de mondelinge behandeling van 27 juni 2022 en de aldaar door mr. Mimpen voorgelezen spreekaantekeningen.
2.De feiten
personal assistantvan erflater. Vanaf 2017 deed zij ook de werkzaamheden die eerst door [personeelslid 2] werden gedaan. [gedaagde] heeft zich per juli 2020 ziek gemeld.
- op 4 januari 2017 een bedrag van € 15.000;
- op 19 februari 2018 een bedrag van € 1.000;
- op 27 februari 2018 een bedrag van € 1.000;
- op 6 april 2018 een bedrag van € 1.000;
- op 26 april 2018 een bedrag van € 2.000;
- op 1 augustus 2018 een bedrag van € 200.000;
- op 4 januari 2019 een bedrag van € 9.000;
- op 23 september 2019 een bedrag van € 2.300,77;
- op 2 december 2019 een bedrag van € 2.300,77;
- op 23 december 2019 een bedrag van € 2.300,77;
- op 11 september 2020 een bedrag van € 2.352,27.
3.Het geschil
4.De beoordeling
- griffierecht € 1.666
- salaris advocaat