1.3Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit. Naar aanleiding daarvan heeft verweerder opnieuw medisch onderzoek laten uitvoeren. De bevindingen van dat onderzoek zijn neergelegd in het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) van 26 augustus 2019 en het rapport van de arbeidsdeskundige b&b van 16 september 2019. De conclusie is onveranderd. Eiser kan tenminste 65% van het oude loon verdienen.
2. In het bestreden besluit heeft verweerder deze bevindingen overgenomen en beslist dat eiser per 26 april 2019 geen recht meer heeft op een ZW-uitkering.
3. Eiser stelt zich - samengevat - op het standpunt dat de verzekeringsartsen van het Uwv onvoldoende rekening hebben gehouden met zijn psychische klachten. Er is hiernaar onvoldoende onderzoek gedaan. Eiser verwijst naar de beschikbare medische informatie in bezwaar van onder meer zijn huisarts waaruit volgt dat hij depressieve klachten heeft en een posttraumatische stress stoornis (PTSS). Deze informatie staat haaks op de conclusie van de primaire verzekeringsarts, namelijk dat er geen psychomentale beperkingen aanwezig zijn. De verzekeringsarts b&b had hierin aanleiding moeten zien om medische informatie bij de behandelend sector op te vragen, hetgeen hij ten onrechte niet heeft gedaan. In beroep heeft eiser een deel van zijn medisch dossier van de huisarts overgelegd. Hij verwijst naar de talloze (gemarkeerde) referenties van PTSS van 2014, 2015, 2017, 2018 en 2019. Ook heeft hij medische informatie overgelegd van Arq Nationaal Psychotrauma Centrum (Arq) van
24 oktober 2020 waarin ernstige psychische klachten staan beschreven.
De conclusie van de deskundige en de reactie op zijn rapport
4. Omdat de rechtbank twijfels had over de juistheid van de medische beoordeling van verweerder ten aanzien van de psychische klachten van eiser, heeft de rechtbank een deskundigenonderzoek laten verrichten. De deskundige heeft het dossier bestudeerd, eiser onderzocht en zijn bevindingen vastgelegd in een rapport. Uit dit rapport blijkt dat bij eiser op 26 april 2019 (de datum in geding) sprake is van een somatisch-symptoomstoornis, met voornamelijk pijn, persisterend, matig van ernst en een andere gespecialiseerde psychotrauma- of stressor gerelateerde stoornis. De deskundige kan zich vinden in de beperking die de verzekeringsarts in de rubriek sociaal functioneren van de FML heeft vastgelegd, waarbij het gaat om de beperking voor omgaan met conflicten.
Verder vindt de deskundige dat eiser ook beperkt is voor het eigen gevoelens uiten.
5. De verzekeringsarts b&b heeft hierop gereageerd in het aanvullende rapport van
28 september 2021. Hij kan zich verenigen met het standpunt van de deskundige. Hij heeft in de FML van 28 september 2021 ook een beperking vastgelegd voor het eigen gevoelens uiten (item 2.7.1).
6. Eiser kan zich niet vinden in de conclusie van de deskundige. Kort samengevat is hij het niet eens met de diagnose die de deskundige heeft gesteld. Eiser vindt dat de deskundige in dit verband onvoldoende gewicht heeft toegekend aan de bevindingen van Arq, die de diagnose PTSS bij eiser heeft gesteld. Het bevreemdt eiser dat de deskundige hiervan niet is uitgegaan en ook niet van de diagnose depressieve stoornis. Verder vindt eiser dat er diverse andere beperkingen op psychisch gebied op hem van toepassing zijn. Hierbij gaat het om beperkingen voor samenwerken, vasthouden van de aandacht, doelmatig handelen en inzicht in eigen kunnen. Ook vindt eiser het wenselijk dat uitspraak wordt gedaan over de dynamische handelingen, houdingen en de werktijden. Hij vindt zelf een urenbeperking van toepassing.
7. De deskundige heeft op verzoek van de rechtbank gereageerd op het commentaar van eiser en de reactie van verweerder. Hij ziet geen aanleiding om zijn conclusies te herzien. Hij wijst erop dat het in het geval van eiser heel belangrijk is om mee te nemen in de (deskundige) weging van de psychopathologie dat een subjectief ervaren klacht, niet gelijk staat aan het lijden aan een stoornis en ook niet gelijk staat aan het hebben van functionele beperkingen in relatie tot het verrichten van arbeid. Het is aan de ingeschakelde deskundige om daar na zorgvuldige weging van alle aspecten van de verkregen informatie zijn oordeel over te geven en tot de conclusie te komen of er sprake is van ziekte en of die ziekte leidt tot functionele beperkingen. De deskundige heeft geen beperking gesteld in de rubrieken handelingen en houdingen omdat het hierbij gaat om beperkingen op basis van een somatische aandoening die vallen buiten zijn expertise.
8. Ter zitting van 27 januari 2022 is naar voren gekomen dat het volledige rapport van Arq van 24 oktober 2020, waarnaar eiser eerder in de procedure verwees, niet in het dossier van de rechtbank zit. De deskundige heeft hiervan daarom geen kennis kunnen nemen. Eiser is in de gelegenheid gesteld om dit volledige rapport alsnog over te leggen, hetgeen hij heeft gedaan. Ook heeft eiser nadere medische informatie overgelegd van Parnassia van 10 januari 2022.
9. Uit de reactie hierop van de deskundige volgt dat hij in deze stukken geen aanleiding ziet om zijn conclusie te herzien. De volledige informatie van Arq is inhoudelijk niet anders dan de informatie van Arq die hij reeds tot zijn beschikking had. Ook de nieuwe informatie van Parnassia wijzigt het standpunt van de deskundige niet omdat hij, anders dan de behandelaar van Parnassia, bij eiser tijdens het onderzoek geen psychotisch toestandsbeeld heeft waargenomen.
10. Verweerder heeft hierop niet meer inhoudelijk gereageerd.
11. Eiser is het onverminderd niet eens met de conclusie van de deskundige. Hij vindt
- kort samengevat – dat de deskundige, gelet op de hooggespecialiseerde expertise van Arq, onvoldoende waarde hecht aan het rapport van Arq. Eiser wijst in dit verband naar de uitgebreide anamnese die in dit volledige rapport staat vermeld. Deze anamnese werd verricht door een psychiater en niet zoals in het geval van het deskundigenonderzoek, gedeeltelijk door een GZ-psycholoog. Tevens wijst eiser erop dat de Albanese tolk die betrokken was bij het onderzoek van de deskundige een ander dialect beheerste dan eiser. Hierdoor kon hij niet alle antwoorden en woorden vertalen. Daarvan was uitdrukkelijk geen sprake bij de Servo Kroatische tolk van Arq.
Ook heeft eiser uiteengezet waarom hij vindt dat de deskundige onvoldoende waarde heeft gehecht aan de medische informatie van Parnassia. Net zoals het rapport van Arq geeft deze informatie blijk van klachten en symptomen die het sociaal en persoonlijk functioneren van eiser in (zeer) forse mate beperken.
Oordeel van de rechtbank.
12. De vraag die in deze zaak centraal staat is of verweerder in de FML van
19 november 2018 de psychische beperkingen van eiser met het oog op het verrichten van arbeid op de datum in geding juist heeft vastgesteld.
13. Volgens vaste rechtspraakdient het oordeel van de door de rechter ingeschakelde onafhankelijke deskundige te worden gevolgd, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden die aanleiding geven van dat oordeel af te wijken. Het is namelijk bij uitstek de taak van de deskundige om bij verschil van inzicht tussen partijen over de medische beperkingen een beslissend advies te geven.