ECLI:NL:RBDHA:2022:9178
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een Wob-verzoek inzake openbaarmaking van een Koninklijk Besluit
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 1 augustus 2022, wordt het beroep van eiser, dr. [eiser], tegen de afwijzing van zijn Wob-verzoek door de minister van Defensie beoordeeld. Eiser heeft verzocht om openbaarmaking van het originele Koninklijk Besluit met de handtekening van de Koning, dat volgens hem niet door verweerder is verstrekt. De rechtbank behandelt de afwijzing van het Wob-verzoek, dat aanvankelijk op 28 september 2020 werd afgewezen en later op 24 februari 2021 werd herroepen met een aanvullend document. Eiser stelt dat verweerder het verzoek te beperkt heeft opgevat en dat het originele document openbaar moet worden gemaakt.
De rechtbank overweegt dat de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) betrekking heeft op documenten die bij een bestuursorgaan berusten. Verweerder heeft verklaard dat het originele Koninklijk Besluit niet in zijn bezit is en dat alle relevante documenten aan eiser zijn verstrekt. De rechtbank concludeert dat er geen reden is om te twijfelen aan de door verweerder weergegeven procedure en dat het originele document niet beschikbaar is voor openbaarmaking. Eiser heeft geen concrete aanwijzingen gegeven dat het document wel in het bezit van verweerder is.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van griffierechten of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.