ECLI:NL:RBDHA:2022:8575
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verbod op uitvoering van de tweede gunningsbeslissing in aanbestedingsprocedure
In deze zaak heeft Iv-Infra B.V. een kort geding aangespannen tegen de Staat der Nederlanden, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure voor de herberekening van staal-betonbruggen. De Staat had op 8 maart 2022 een eerste gunningsbeslissing genomen, waarbij Iv-Infra als derde was geëindigd. Na bezwaren van Iv-Infra en een andere inschrijver, heeft de Staat de eerste gunningsbeslissing ingetrokken en op 30 mei 2022 een tweede gunningsbeslissing bekendgemaakt. Iv-Infra vorderde in kort geding dat de Staat zou worden verboden uitvoering te geven aan deze tweede gunningsbeslissing, omdat deze niet deugdelijk gemotiveerd zou zijn en er sprake zou zijn van een herbeoordeling door dezelfde beoordelingscommissie, wat in strijd zou zijn met de aanbestedingsprincipes.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de tweede gunningsbeslissing niet voldeed aan de eisen van de Aanbestedingswet en het ARW 2016, omdat de motivering niet tot stand kon komen zonder wezenlijke betrokkenheid van de beoordelingscommissie. De rechter stelde vast dat de Staat niet had voldaan aan de vereisten voor een objectieve en transparante beoordeling, en dat de motivering van de tweede gunningsbeslissing onvoldoende was. Daarom werd de vordering van Iv-Infra toegewezen en werd de Staat verboden uitvoering te geven aan de tweede gunningsbeslissing. De Staat werd ook veroordeeld in de proceskosten van Iv-Infra.