ECLI:NL:RBDHA:2022:8537

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 augustus 2022
Publicatiedatum
25 augustus 2022
Zaaknummer
9938806
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot schenking onder testamentair bewind en beschermingsbewind

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot machtiging tot schenking. De bewindvoerder, die ook optreedt namens de testamentair bewindvoerder, heeft verzocht om toestemming om een schenking van € 27.231,00 te doen aan de zoon van de betrokkene, die samen wil gaan wonen. De betrokkene heeft eigen vermogen en een erfdeel uit de nalatenschap van haar moeder, dat onder testamentair bewind staat, beheerd door haar zus.

De kantonrechter heeft kennisgenomen van verschillende documenten, waaronder het verzoek met bijlagen en e-mails van de bewindvoerder. De rechter heeft vastgesteld dat de schenking zal worden voldaan uit het vermogen dat onder testamentair bewind staat. In het testament van de moeder van de betrokkene is een testamentair bewind ingesteld, waarbij de zus van de betrokkene als bewindvoerder is aangesteld. De bewindvoerder kan echter niet zonder machtiging van de kantonrechter een schenking doen, tenzij dit expliciet in het testament is geregeld.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de wens van de betrokkene om de schenking te doen niet in strijd is met de bepalingen van het testament. Aangezien de betrokkene instemt met de schenking, is er geen noodzaak voor een machtiging van de kantonrechter. Het verzoek om machtiging is daarom afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. D. de Loor en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na betekening.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Zittingsplaats 's-Gravenhage
DL
Zaaknr.: 9938806 EJ VERZ 22-78954
Bewind nr.: BM 19938

Beschikking op een verzoek tot machtiging

van:

Stichting CAV,

gevestigd te 2701 AG Zoetermeer, Postbus 7276,
bewindvoerder over de goederen van:

[betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1964,
wonende te [plaats] , [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene.

Procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek (met bijlagen), ontvangen op 1 mei 2022;
  • email van de bewindvoerder van 16 juni 2022;
  • verzoek om nadere toelichting per email van 1 augustus 2022;
  • toelichting per email van de bewindvoerder van 12 augustus 2022.

Beoordeling

De bewindvoerder vraagt, mede namens de testamentair bewindvoerder, om een machtiging van de kantonrechter om een schenking te mogen doen aan de zoon van betrokkene van € 27.231,00. Hij gaat namelijk samenwonen en betrokkene wil daar graag een bijdrage aan leveren. Betrokkene heeft eigen vermogen en vermogen uit de nalatenschap van haar moeder, dat beheerd wordt door haar zus als testamentair bewindvoerder. De schenking zal voldaan worden uit het vermogen dat onder testamentair bewind staat.
In het dossier van de rechtbank bevindt zich de akte van verdeling die na het overlijden van de moeder van betrokkene is opgemaakt. Hierin zijn de bepalingen uit het testament van de moeder opgenomen. Daaruit blijkt dat over het erfdeel van betrokkene een testamentair bewind is ingesteld, met de aanstelling van de zus van betrokkene als testamentair bewindvoerder. Het beheer komt uitsluitend toe aan de testamentair bewindvoerder. De beslissingen worden in overleg met betrokkene genomen. In het testament is niet voorzien in een regeling waarbij om een machtiging van de kantonrechter verzocht dient te worden om een bepaalde uitgave te mogen doen. Dat vereiste geldt alleen als de testamentair bewindvoerder wil procederen en betrokkene daarmee niet instemt. Ten slotte dient de testamentair bewindvoerder jaarlijks rekening en verantwoording af te leggen aan betrokkene. Indien betrokkene niet in staat is tot het aannemen van de rekening en verantwoording, wordt die aan de kantonrechter afgelegd. In dit geval kan de rekening en verantwoording echter aan de beschermingsbewindvoerder worden afgelegd.
Ingevolge artikel 4:169, derde lid, BW kan de kantonrechter een machtiging verlenen, indien iemand wiens toestemming is vereist deze niet verleent. In dit geval is het echter juist de wens van betrokkene dat de uitgave wordt gedaan.
Gelet op het vorenstaande is een machtiging van de kantonrechter niet nodig. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

Beslissing

De kantonrechter:
- wijst het machtigingsverzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. D. de Loor, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 augustus 2022.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep
worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking
(digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de
uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat
deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.