Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer]
opzettelijk van het leven te beroven, die [slachtoffer] (met kracht)
- met een glazen fles in/tegen de nek en/of de hals en/of het hoofd heeft geslagen en/of gestoken
en/of gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 11 juni 2021 te 's-Gravenzande, gemeente Westland
aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten (een) (diepe) snijverwonding(en) in het
gezicht en/of de hals en/of de nek, heeft toegebracht door die [slachtoffer] (met kracht)
- met een glazen fles in/tegen de nek en/of de hals en/of het hoofd te slaan en/of steken en/of te snijden.
3.De bewijsbeslissing
linkerzijde van mijn nek. Dat flesje raakte mij met kracht en ik hoorde geluid van
glasgerinkel om mij heen. Ik voelde ineens dat er heel veel bloed langs mijn nek gleed.
- fase bloeding uit wang
- huid gelaedeerd; de vraag of die het gaat redden.
Operaties ter herstel wonden en exploreren. Onduidelijk of er “dove” plekken zullen blijven in hals en gelaat. Onduidelijk of de huid het gaat redden. Zeker forse littekens hals en gelaat
tot 1 jaar voor definitief aspect littekens.
- een aanmerkelijke kans op de dood door de handeling van de verdachte en
- de bewuste aanvaarding door de verdachte van die kans.
deverdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, die [slachtoffer] met kracht
- met een glazen fles tegen de hals en het hoofd heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte
5.De strafoplegging
6.De vordering van de benadeelde partij/de schadevergoedingsmaatregel
7.De toepasselijke wetsartikelen
8.De beslissing
6 (zes) MAANDEN;
een gedeelte van die straf, groot 3 (drie) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd;
een proeftijd van twee jarenvast;
240 (tweehonderdenveertig) UREN;
120 (honderdtwintig) DAGEN;
benadeelde partij [slachtoffer]toe tot een bedrag van € 11.072,39 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 11 juni 2021 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [slachtoffer] ;
betaling aan de Staatvan een bedrag van
gijzelingzal worden toegepast voor de duur van
90 dagen. Het toepassen van gijzeling ontslaat de verdachte niet van zijn betalingsverplichting aan de Staat;