ECLI:NL:RBDHA:2022:851
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen bouwvergunningen voor sociaal-cultureel centrum in Midden-Delfland
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 24 januari 2022, is het beroep van eiser tegen de bouwvergunningen voor een sociaal-cultureel centrum (SCC) in Midden-Delfland aan de orde. Eiser, die zijn bedrijf in de nabijheid van het SCC heeft, heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende vergunningen, omdat hij vreest dat het SCC zijn bedrijfsactiviteiten zal belemmeren door geur- en geluidsoverlast. De rechtbank behandelt de bezwaren van eiser tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland, die op 19 april 2010 de bouwvergunningen hebben verleend. Eiser heeft in zijn beroep onder andere aangevoerd dat de geurhinder van zijn bedrijf niet in voldoende mate is meegewogen en dat de bouw van het SCC in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.
De rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders terecht heeft besloten om de vergunningen te verlenen. De rechtbank stelt vast dat de geurhinder van het bedrijf van eiser aanvaardbaar is en dat de bouw van het SCC niet in strijd is met de geldende bestemmingsplannen. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat de rapportages over geur- en geluidshinder onzorgvuldig zijn opgesteld. De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk en de beroepen tegen de bestreden besluiten ongegrond. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 759,- en dient verweerder het griffierecht van € 174,- te vergoeden.