ECLI:NL:RBDHA:2022:8503
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren van maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 augustus 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduren van de maatregel van bewaring van eiser, die de Cubaanse nationaliteit claimt. De maatregel van bewaring was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 6 juni 2022. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, waarbij hij aanvoert dat verweerder onvoldoende voortvarend werkt aan zijn verwijdering en dat er geen zicht is op uitzetting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek in een eerdere zaak en dat de beoordeling nu enkel betrekking heeft op de periode na dat moment.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser overwogen, waaronder het feit dat hij al meer dan twee maanden in bewaring zit en dat er geen voortgang is in de laissez-passeraanvraag voor Cuba. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er geen reden is om aan te nemen dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering is. Uit het voortgangsrapport blijkt dat verweerder zich inspant om het vertrek van eiser te realiseren, ondanks dat eiser niet meewerkt aan zijn uitzetting en geen documenten kan overleggen ter onderbouwing van zijn nationaliteit.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter J.F.I. Sinack en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.