Uitspraak
Rechtbank den haag
1.Procedure
2.Feiten
Coltavast met huurder in gesprek is getreden over het creëren van een nieuwe façade aan de Haarlemmerstraat;
Rechtbank Den Haag
In deze bodemzaak heeft de kantonrechter op 12 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Coltavast B.V. en C&A Nederland C.V. over de verplichting van C&A om het gehuurde pand aan de Haarlemmerstraat in Leiden te verbouwen naar het nieuwe Europese winkelconcept van C&A. De huurovereenkomst tussen partijen eindigt op 1 oktober 2023, en Coltavast vorderde dat C&A de verbouwing binnen acht weken na de uitspraak zou uitvoeren, op straffe van een dwangsom. C&A voerde aan dat Coltavast geen belang had bij de vordering, omdat de wijzigingen aan het einde van de huurovereenkomst weer ongedaan gemaakt moesten worden en de waarde van het gehuurde niet zou toenemen door de verbouwing. De kantonrechter oordeelde dat Coltavast onvoldoende belang had bij de vordering, aangezien de huurovereenkomst binnen twee jaar zou eindigen en de verplichtingen van C&A niet meer relevant zouden zijn. De vorderingen van Coltavast werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van C&A. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende belang bij het instellen van een rechtsvordering, zoals vastgelegd in artikel 3:303 van het Burgerlijk Wetboek.