ECLI:NL:RBDHA:2022:8119

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 augustus 2022
Publicatiedatum
15 augustus 2022
Zaaknummer
C/09/632385 / JE RK 22-1472
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor medische behandeling van een minderjarige in het kader van ouderlijk gezag en ondertoezichtstelling

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 4 augustus 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot vervangende toestemming voor een medische behandeling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. Het verzoek is ingediend door de gecertificeerde instelling, Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, naar aanleiding van zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige], die erkend is door haar vader en feitelijk bij haar moeder verblijft. De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag, maar er zijn ernstige zorgen over de sociale en emotionele ontwikkeling van [minderjarige], die al sinds oktober 2021 niet meer naar school gaat.

De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de bijlagen, en heeft de zaak met gesloten deuren behandeld. Tijdens de zitting is gebleken dat [minderjarige] niet in staat is om haar belangen te behartigen, mede door een loyaliteitsconflict tussen haar ouders. De gecertificeerde instelling heeft aangevoerd dat het noodzakelijk is om vervangende toestemming te verlenen voor diagnostiek en behandeling door Family Supporters, omdat de vader aanvankelijk zijn toestemming had ingetrokken. De moeder steunt het verzoek, terwijl de vader tijdens de zitting zijn instemming heeft verleend, maar de kinderrechter heeft twijfels over de bestendigheid van deze instemming.

De kinderrechter heeft geoordeeld dat de gecertificeerde instelling ontvankelijk is in haar verzoek en dat er sprake is van ernstig gevaar voor de gezondheid van [minderjarige] als er geen passende hulpverlening komt. De kinderrechter heeft daarom vervangende toestemming verleend voor de medische behandeling, die bestaat uit diagnostiek en daaruit voortvloeiende hulpverlening, en heeft deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/632385 / JE RK 22-1472
Datum uitspraak: 4 augustus 2022

Beschikking van de kinderrechter

Vervangende toestemming medische behandeling

in de zaak naar aanleiding van het op 15 juli 2022 ingekomen verzoekschrift van:

Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
betreffende:
- [minderjarige] ,geboren op [geboortedag] 2009 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de man] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats 1] ,
en

[de vrouw] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats 2] .

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift met bijlagen.
Op 4 augustus 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen:
- de moeder;
- de vader;
- [vertegenwoordigers van de GI] namens de gecertificeerde instelling.
[minderjarige] is in de gelegenheid gesteld om haar mening op het verzoek kenbaar te maken aan de kinderrechter, maar heeft van die gelegenheid geen gebruikt gemaakt.

Feiten

- [minderjarige] is erkend door de vader.
- De vader en de moeder zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag.
- [minderjarige] verblijft feitelijk bij de moeder.
- De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 20 december 2021 de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd van 24 december 2021 tot 24 december 2022.
Verzoek en verweer
Het verzoek strekt tot het verlenen van vervangende toestemming voor een medische behandeling van [minderjarige] op grond van artikel 1:265h van het Burgerlijk Wetboek. Tijdens de mondelinge behandeling is verklaard dat deze medische behandeling betreft diagnostiek van [minderjarige] en vervolgens daarop toegesneden hulpverlening vanuit Family Supporters. De gecertificeerde instelling meent dat zij ontvankelijk is in haar verzoek ondanks het feit dat [minderjarige] twaalf jaar is. [minderjarige] kan niet in staat worden geacht haar belangen omtrent de inzet van diagnostiek te behartigen nu zij zich in een loyaliteitsconflict bevindt en te jong is om te overzien wat de impact zal zijn op haar verdere ontwikkeling als zij niet de passende hulpverlening krijgt die zij nodig heeft. Daarbij komt dat het de gecertificeerde instelling niet lukt om met [minderjarige] in gesprek te komen.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek inhoudelijk als volgt gemotiveerd. De vader heeft zijn toestemming voor de hulpverlening vanuit Family Supporters op 16 juni jl. ingetrokken omdat hij een gesprek eist met de hulpverleners vanuit Family Supporters en [minderjarige] . De gezinscoaching vanuit Family Supporters bij de vader is al eerder gestopt omdat de vader geen hulpvraag heeft. Daarbij komt dat de gecertificeerde instelling en de hulpverlening vanuit Family Supporters onvoldoende vertrouwen hebben in een gesprek met de vader gelet op zijn verbaal agressieve en dwingende houding richting hen. Volgens de gecertificeerde instelling is het noodzakelijk dat er hulpverlening komt voor [minderjarige] . [minderjarige] lijkt klem te zitten tussen haar ouders en er zijn ernstige zorgen om haar ontwikkeling. Met name over haar volledig gestagneerde schoolgang en het ontbreken van dagbesteding zijn de zorgen groot. Het vermoeden bestaat dat de schoolgang van [minderjarige] pas weer een kans van slagen heeft als haar passende hulp wordt geboden. Daarnaast lijkt [minderjarige] in haar sociale en emotionele ontwikkeling te zijn vastgelopen. Er zijn in het verleden door de behandelaar van psychomotorische therapie vermoedens uitgesproken van een autismespectrumstoornis. Ook school deelt de signalen maar heeft [minderjarige] te weinig gezien om een oordeel hierover te geven. Gelet op het bovenstaande acht de gecertificeerde instelling het noodzakelijk dat er vervangende toestemming wordt verleend om ernstig gevaar voor de gezondheid van [minderjarige] af te wenden.
De moeder stemt in met het verzoek. Volgens de moeder is [minderjarige] erg prikkelgevoelig wat maakt dat zij moeite heeft met regulier onderwijs. Zorg gaat momenteel voor onderwijs. Het is belangrijk om met Family Supporters te onderzoeken wat [minderjarige] nodig heeft om daar zo goed mogelijk bij aan te sluiten. [minderjarige] wil nu zij wat ouder is zelf bovendien ook graag weten wat er met haar aan de hand is.
De vader heeft ter zitting naar voren gebracht dat hij het prima vindt dat er diagnostiek zal plaatsvinden. Hij wordt door de gecertificeerde instelling en de hulpverlening niet gehoord en nergens bij betrokken, en om die reden heeft hij niet eerder zijn instemming verleend.

Beoordeling

De kinderrechter kan vervangende toestemming verlenen voor de medische behandeling van een minderjarige van twaalf jaar of ouder die niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake, indien behandeling noodzakelijk is om ernstig gevaar voor de gezondheid van de minderjarige af te wenden en de ouder die het gezag uitoefent zijn toestemming daarvoor weigert.
De kinderrechter is van oordeel dat de gecertificeerde instelling kan worden ontvangen in haar verzoek. [minderjarige] lijkt klem te zitten tussen haar ouders en van haar kan niet worden verwacht dat zij op dit moment in staat is om een redelijke waardering van haar belangen te maken, als het gaat om instemmen met diagnostiek en behandeling. De kinderrechter is het eens met het standpunt van de gecertificeerde instelling dat [minderjarige] te jong is om te overzien wat de impact op lange termijn is van het uitblijven van passende hulpverlening. Daarbij weegt de kinderrechter mee dat [minderjarige] niet in gesprek gaat met de gecertificeerde instelling. Het enige dat bekend is dat zij via een berichtje op Whatsapp bij de gecertificeerde instelling heeft aangegeven dat zij graag diagnostiek wil om zichzelf beter te begrijpen.
Daarnaast is de kinderrechter van oordeel dat [minderjarige] diagnostiek en behandeling nodig heeft voor haar problematiek. De schoolgang van [minderjarige] is gestagneerd (ze gaat al sinds oktober 2021 niet meer naar school) en zij heeft op dit moment geen dagbesteding. Er zijn zorgen over haar (sociaal-emotionele) ontwikkeling. Het is belangrijk dat de schoolgang van [minderjarige] zo snel wordt hervat en dat zij ondersteuning daarbij krijgt. Er is een mogelijk passende behandeling gevonden bij Family Supporters, waar [minderjarige] in gesprek kan met een GGZ-psycholoog en waar middels diagnostiek kan worden onderzocht wat zij nodig heeft voor een goede ontwikkeling. Er kan inzicht worden verkregen in haar hulpvraag en hulpbehoefte, en duidelijkheid komen over een passende behandeling.
Gelet op de aard en inhoud van de behandeling, zoals toegelicht door de gecertificeerde instelling, is de kinderrechter van oordeel dat deze behandeling een medische behandeling betreft zoals bedoeld in artikel 1:265h van het Burgerlijk Wetboek. Daarnaast is de kinderrechter van oordeel dat wanneer deze situatie langer voortduurt dit een ernstig gevaar voor de gezondheid van [minderjarige] oplevert. De vader heeft – om hem moverende redenen – aanvankelijk geweigerd om zijn toestemming hiervoor te verlenen, waardoor de behandeling nog niet heeft kunnen starten. Ter zitting heeft de vader weliswaar zijn toestemming alsnog verleend, maar gelet op hetgeen uit de stukken naar voren is gekomen en de houding van de vader ten aanzien van het verzoek, heeft de kinderrechter onvoldoende vertrouwen in de bestendigheid van zijn instemming. Om die reden en zodat de behandeling zo snel als mogelijk kan worden opgestart zal de kinderrechter de vervangende toestemming voor diagnostiek en behandeling vanuit Family Supporters, om het gevaar voor de gezondheid van [minderjarige] af te wenden, alsnog verlenen.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
verleent vervangende toestemming voor het verrichten van een medische behandeling (bestaande uit diagnostiek en daaruit voortvloeiende behandeling) door Family Supporters van [minderjarige] ;
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 augustus 2022 door mr. A.M.A. Keulen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. D. van Amelsvoort als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 11 augustus 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.