ECLI:NL:RBDHA:2022:8079
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van laboratoriumtesten voor antigeen zelftesten in aanbestedingsprocedure
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 augustus 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eenmanszaak die antigeen zelftesten aanbiedt en de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.A. Josephus Jitta, vorderde dat de Staat de beslissing om haar inschrijving terzijde te leggen zou heroverwegen en een onafhankelijk laboratoriumonderzoek zou laten uitvoeren naar de sensitiviteit van haar zelftesten. De Staat had de inschrijving van de eiser afgewezen op basis van laboratoriumtesten die niet voldeden aan de gestelde eisen in de aanbestedingsdocumenten. De voorzieningenrechter oordeelde dat er gerede twijfel was ontstaan over de uitkomsten van de laboratoriumtesten van het RIVM, die de zelftesten van de eiser als onvoldoende had beoordeeld. De voorzieningenrechter heeft de Staat veroordeeld om op eigen kosten een nieuw onafhankelijk laboratoriumonderzoek uit te laten voeren en heeft de gunning van de percelen A en B aan een ander dan de eiser verboden totdat dit onderzoek is afgerond. Tevens werd de Staat opgedragen de percelen aan de eiser te gunnen als de uitkomst van het onderzoek positief is. De vorderingen van de tussenkomende partij, die ook een inschrijving had gedaan, werden afgewezen.