In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 augustus 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die de Somalische nationaliteit heeft. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 19 juli 2022 de maatregel van bewaring opgelegd op basis van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000, omdat er een significant risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 27 juli 2022 in Breda, waar eiser via een beeldverbinding aanwezig was, heeft hij zich laten bijstaan door zijn gemachtigde en was er een tolk aanwezig. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de maatregel van bewaring niet zijn betwist door eiser, en dat deze gronden voldoende zijn om de maatregel te rechtvaardigen.
Eiser heeft aangevoerd dat er een gebrek in het voortraject was, omdat hij op 19 juli 2022 was staandegehouden door ambtenaren die niet bevoegd waren. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de betrokken ambtenaren wel degelijk bevoegd waren, en dat het gebrek in de functiebenaming van de ambtenaren van formele aard was. Dit gebrek maakt de bewaring niet onrechtmatig, aangezien de zwaarwegende gronden voor de maatregel onbetwist zijn gebleven. Eiser heeft ook aangevoerd dat verweerder onvoldoende voortvarend heeft gehandeld door een geplande vlucht te annuleren, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende uitleg heeft gegeven voor deze annulering en dat eiser zelf verantwoordelijk is voor de ontstane situatie.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Wel is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.518. De uitspraak is gedaan door rechter W. Anker, in aanwezigheid van griffier N.F. Kreeftmeijer, en is openbaar gemaakt op 9 augustus 2022. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.