ECLI:NL:RBDHA:2022:7974

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 augustus 2022
Publicatiedatum
8 augustus 2022
Zaaknummer
C/09/632989 / FT RK 22/531
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing voorlopige voorziening en niet-ontvankelijkheid verzoek tot wettelijke schuldsaneringsregeling

Op 1 augustus 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker een voorlopige voorziening vroeg op basis van artikel 287b van de Faillissementswet (Fw). Verzoeker had tevens een verzoek ingediend voor toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Het verzoek was gericht op het verbieden van de ontruiming van zijn woning, die gepland stond voor 4 augustus 2022. Tijdens de zitting op 1 augustus 2022 was verzoeker aanwezig, evenals zijn schuldhulpverlener, terwijl de gemachtigde van de verweerster, Stichting 'De Goede Woning', niet verscheen.

De rechtbank overwoog dat de voorlopige voorziening bedoeld is om de schuldenaar een adempauze te geven, zodat hij de mogelijkheid heeft om een minnelijk schuldsaneringstraject te starten. Echter, de schuldhulpverlener gaf aan dat verzoeker nog niet alle benodigde documenten had aangeleverd en dat het schuldhulpverleningstraject nog niet was opgestart. De rechtbank concludeerde dat er geen aanvang was gemaakt met het minnelijk schuldsaneringstraject en dat het nog maanden zou duren voordat dit zou kunnen beginnen. Bovendien was er onvoldoende bewijs dat verzoeker in staat was zijn huurverplichtingen te voldoen.

Daarom wees de rechtbank het verzoek tot het geven van een voorlopige voorziening af en verklaarde verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. De beslissing werd genomen door mr. R. Cats en uitgesproken in aanwezigheid van de griffier A. van Groningen Schinkel.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies – enkelvoudige kamer
rekestnummer: C/09/632989 / FT RK 22/531
Beschikking van 1 augustus 2022
[verzoeker],
wonende te [postcode en woonplaats],
aan [adres],
verzoeker,
tegen
Stichting “De Goede Woning”,
gevestigd te Zoetermeer,
verweerster,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als verzoeker en verweerster.

1.De procedure

1.1
Op 28 juli 2022 heeft verzoeker gevraagd om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 287b eerste lid van de Faillissementswet (Fw). Tevens heeft verzoeker een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling ingediend.
1.2
Het verzoek strekt ertoe dat aan verweerster wordt verboden om de woning van verzoeker te ontruimen. De ontruiming staat gepland voor 4 augustus 2022.
1.3
Het verzoekschrift is behandeld ter terechtzitting van 1 augustus 2022. De verzoeker is verschenen en gehoord. Ook verscheen de heer [A], schuldhulpverlener van gemeente Zoetermeer. De gemachtigde van verweerster heeft een verweerschrift ingediend en daarin aangegeven niet te zullen verschijnen.

2.De beoordeling

De voorlopige voorziening
2.1
De voorlopige voorziening van artikel 287b Fw heeft tot doel om een soort adempauze te bereiken die de schuldenaar in staat moet stellen het minnelijk traject voort te zetten om met zijn schuldeisers een regeling van zijn schulden te bereiken c.q. af te ronden (Kamerstukken I 2006-2007, 29 942, C, p. 5). Hieruit blijkt dat, wil artikel 287b Fw van toepassing kunnen zijn, er met het minnelijk schuldsaneringstraject een aanvang moet zijn gemaakt, of in ieder geval hiermee op korte termijn zal worden begonnen. De schuldhulpverlener heeft te kennen gegeven dat dit (nog) niet het geval is. Verzoeker heeft zich in juli van dit jaar bij de gemeente aangemeld voor schuldhulpverlening, maar heeft – evenals reeds eerder was gebeurd – nog niet alle daarvoor benodigde documenten aangeleverd. De gemeente heeft het schuldhulpverleningstraject nog niet in gang gezet. Ook is nog niet begonnen met de stabilisatietraject dat doorgaans aan een minnelijk schuldsaneringstraject vooraf gaat en dat ten doel heeft het in evenwicht brengen en houden van inkomsten en uitgaven van de schuldenaar, waarbij inkomsten worden gemaximaliseerd en uitgaven tot een minimum worden beperkt.
2.2
In het verzoekschrift vermeldt de schuldhulpverlener dat inmiddels beschermings-bewind is aangevraagd en “
Om het dossier van meneer(naam verzoeker)
stabiel te krijgen, heeft de beschermingsbewindvoering meestal 4 tot 6 maanden nodig, waarna er hopelijk een minnelijke regeling opgestart kan worden.” Op het verzoek tot het instellen van beschermingsbewind is nog niet beslist. Klaarblijkelijk zal het dus nog maanden gaan duren voordat met een minnelijk schuldsaneringstraject wordt begonnen en zal dat traject niet binnen de maximaal mogelijke duur van een voorlopige voorziening (zes maanden) kunnen worden voltooid. Daar komt nog bij dat onvoldoende is gebleken dat verzoeker thans in staat is zijn lopende (huur)verplichtingen te betalen. Ondanks de (andere) hulpverlening die verzoeker heeft, is de huur de afgelopen maanden niet regelmatig betaald. Dit alles leidt er reeds toe dat de rechtbank het verzoek tot het geven van een voorlopige voorziening zal afwijzen.
De schuldsaneringsregeling
2.3
Op grond van artikel 285 lid 1 sub f Fw. dient in een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling te zijn opgenomen een met redenen omklede verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een minnelijke, buitengerechtelijke schuldregeling te komen. Het minnelijk schuldregelingstraject is niet aangevangen. De rechtbank ziet geen aanleiding verzoeker een aanvullende termijn te gunnen op grond van artikel 287, tweede lid Fw. Verzoeker zal in dit verzoek niet-ontvankelijk worden verklaard.

3.De beslissing

De rechtbank:
- wijst de verzochte voorlopige voorziening af;
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling.
Gewezen door mr. R. Cats, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 augustus 2022 in tegenwoordigheid van A. van Groningen Schinkel, griffier.