Uitspraak
1.De procedure
2.De beoordeling
Om het dossier van meneer(naam verzoeker)
stabiel te krijgen, heeft de beschermingsbewindvoering meestal 4 tot 6 maanden nodig, waarna er hopelijk een minnelijke regeling opgestart kan worden.” Op het verzoek tot het instellen van beschermingsbewind is nog niet beslist. Klaarblijkelijk zal het dus nog maanden gaan duren voordat met een minnelijk schuldsaneringstraject wordt begonnen en zal dat traject niet binnen de maximaal mogelijke duur van een voorlopige voorziening (zes maanden) kunnen worden voltooid. Daar komt nog bij dat onvoldoende is gebleken dat verzoeker thans in staat is zijn lopende (huur)verplichtingen te betalen. Ondanks de (andere) hulpverlening die verzoeker heeft, is de huur de afgelopen maanden niet regelmatig betaald. Dit alles leidt er reeds toe dat de rechtbank het verzoek tot het geven van een voorlopige voorziening zal afwijzen.