ECLI:NL:RBDHA:2022:791
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van geloofwaardigheid en veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 februari 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Ghanese nationaliteit, heeft op 16 december 2020 asiel aangevraagd in Nederland, maar zijn aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat Italië verantwoordelijk was. Na een eerdere uitspraak van de rechtbank Arnhem, waarin het beroep van eiser ongegrond werd verklaard, werd hij op 5 oktober 2021 geïnformeerd dat hij in de nationale asielprocedure zou worden opgenomen. Eiser diende op 25 oktober 2021 een nieuwe asielaanvraag in, waarin hij stelde te vrezen voor zijn werkgever en een disproportionele gevangenisstraf te moeten ondergaan vanwege verduistering van geld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, met als argument dat eiser zijn relaas niet met documenten heeft onderbouwd en dat Ghana als veilig land van herkomst wordt beschouwd. De rechtbank heeft de geloofwaardigheid van eisers verklaringen in twijfel getrokken, vooral omdat hij geen bewijs kon leveren voor zijn claims en tegenstrijdigheden in zijn verklaringen aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht was en dat eiser geen recht had op een vertrektermijn of inreisverbod. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.