Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de bij herstelexploot uitgebrachte dagvaarding van 8 februari 2022, waarin tevens een voorlopige voorziening ex art 223 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is opgenomen, met producties 1 tot en met 7;
- de akte aanvulling dagvaarding en verzoek voorlopige voorziening met producties 8 en 9;
- de conclusie van antwoord in het incident en in de hoofdzaak met producties 1 tot en met 8;
- het tussenvonnis van 11 mei 2022 waarin de mondelinge behandeling is bevolen;
- de akte wijziging van eis met de producties 10 tot en met 12 aan de zijde van [eiser] ;
- de akte met de producties 9 en 10 aan de zijde van [gedaagde] ;
- de aantekeningen van de mondelinge behandeling van 24 mei 2022, die aan het griffiedossier zijn toegevoegd.
[…] aan [eiser] een vergoeding [zal] betalen van de door hem betaalde investeringen in de woning die een waardevermeerdering hebben meegebracht.” (hierna: de afspraak). Verder hebben partijen afgesproken dat [eiser] de woning uiterlijk op 31 januari 2022 zou verlaten. Tussen partijen is vervolgens een geschil ontstaan over de nakoming van de afspraak en (onder meer) de ontruiming van de woning. Dit heeft geleid tot een tweede kort geding procedure. De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft in die procedure op 2 februari 2022 [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 3.000 voor de werkzaamheden. Op 27 februari 2022 heeft [eiser] de woning verlaten.
kostendie hij heeft gemaakt en geen vergoeding voor de tijd die hij zelf aan de werkzaamheden heeft besteed. Tevens kan [eiser] alleen aanspraak maken op een vergoeding van werkzaamheden die tot een
waardevermeerderinghebben geleid. De rechtbank acht dat [eiser] op basis van het door hem in het geding gebrachte (kosten)overzicht aanspraak heeft op een bedrag € 9.293,11.
betaalde investeringen’ wordt aan het ontbreken van een passage die de door [eiser] bepleite uitleg steunt een groot gewicht toegekend.
betaalde investeringen’ niet omvat een vergoeding van de eigen tijd die [eiser] aan de werkzaamheden heeft besteed. Deze kennis wordt aan [eiser] toegerekend.
Betaald Ria 4000 euro – 700 euro geleend geld (andere was gift bewijsbaar via mail) € 3.300,00’ valt binnen deze categorie nu, zonder nadere toelichting van de zijde van [eiser] , niet duidelijk is hoe deze post zich verhoudt tot de werkzaamheden.
€ 17.806,27betrekking heeft op materiaalkosten en mogelijk in aanmerking komt voor vergoeding.
€ 1.500.
€ 1.600in mindering wordt gebracht.
(€ 355,00voor de afvalcontainer en
€ 480,95voor de afzuigkap) zullen in mindering worden gebracht op de in rekening gebrachte kosten opgenomen in het bij dagvaarding opgenomen kostenoverzicht.
€ 9.293,11toewijsbaar is.
€ 6.293,11.