ECLI:NL:RBDHA:2022:7643
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag wijziging verblijfsvergunning naar arbeid in loondienst op basis van arbeidsmarktonderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een Surinaamse vrouw, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend om de beperking van haar verblijfsvergunning te wijzigen van 'verblijf als familie- of gezinslid' naar 'arbeid in loondienst'. De aanvraag werd op 27 augustus 2021 door de staatssecretaris afgewezen, en dit besluit werd op 16 maart 2022 in het bestreden besluit gehandhaafd. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft op 30 juni 2022 de zaak behandeld. Eiseres voerde aan dat de adviezen van het UWV niet zorgvuldig tot stand waren gekomen en dat verweerder deze adviezen niet had mogen gebruiken voor zijn besluit. De rechtbank oordeelde dat de adviezen van het UWV, die concludeerden dat er prioriteitgenietend aanbod op de arbeidsmarkt was voor de functie van eiseres, voldoende zorgvuldig waren en dat verweerder deze adviezen terecht had gevolgd. Eiseres had niet aangetoond dat er concrete aanknopingspunten waren om aan de adviezen te twijfelen.
De rechtbank concludeerde dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 3.31, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit, omdat er sprake was van prioriteitgenietend aanbod op de arbeidsmarkt. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. S.E. van de Merbel, in aanwezigheid van griffier mr. W. van Loon, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.