Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 19 juli 2022 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
BRECOD Den Haag Maanplein II B.V.te Nijkerk, vergunninghoudster,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2022 uitspraak gedaan over de omgevingsvergunning die is verleend voor het realiseren van een woontoren aan het Maanplein 110. De vergunning is verleend aan BRECOD Den Haag Maanplein II B.V. voor de bouw van een woontoren van 73,1 meter hoog, met 183 woningen, 300 m2 detailhandel, 299 m2 maatschappelijke dienstverlening en een parkeergarage. Eiser, die bezwaar had gemaakt tegen de vergunning, is niet als belanghebbende aangemerkt door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser, gezien de afstand van 260 meter tot het bouwplan en het beperkte zicht op de woontoren, geen gevolgen van enige betekenis ondervindt van het bouwproject. Eiser heeft aangevoerd dat het bestreden besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen en dat hij wel degelijk belanghebbende is, maar de rechtbank heeft deze argumenten verworpen. De rechtbank concludeert dat het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk is verklaard, omdat hij niet kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.