ECLI:NL:RBDHA:2022:7516

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 juli 2022
Publicatiedatum
25 juli 2022
Zaaknummer
NL22.12913
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolgberoep inzake maatregel van bewaring en zicht op uitzetting naar Marokko

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2022 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van eiser tegen de maatregel van bewaring die op 16 juni 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat er concrete aanknopingspunten zijn voor een redelijk vooruitzicht op verwijdering naar Marokko, ondanks het feit dat eiser geen paspoort heeft. De rechtbank heeft eerder in een andere zaak geoordeeld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek op 5 juli 2022. Eiser heeft aangevoerd dat er geen zicht is op uitzetting, maar de rechtbank oordeelt dat er in zijn geval wel degelijk aanknopingspunten zijn voor een uitzetting op korte termijn. De Marokkaanse autoriteiten hebben eerder een laissez-passer afgegeven en hebben toegezegd een nieuwe te verstrekken. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.12913

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. D. Schaap),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R.P.G. van Bel).

Procesverloop

Verweerder heeft op 16 juni 2022 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw [1] opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.
Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld.
Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd.
De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft het onderzoek gesloten op 14 juli 2022.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [Geboortedatum] en van Marokkaanse nationaliteit te zijn.
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.
3. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 5 juli 2022 (in de zaak NL22.11446) volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, rechtmatig was. [2] Daarom staat nu, voor zover dat in beroep wordt aangevochten, alleen ter beoordeling of sinds het moment van het sluiten van dat onderzoek de maatregel van bewaring rechtmatig is.
4. Eiser voert aan dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering is. Eiser heeft de Marokkaanse nationaliteit en beschikt niet over een paspoort. In zijn algemeenheid ontbreekt bij mensen met de Marokkaanse nationaliteit zonder geldig paspoort zicht op uitzetting naar Marokko. Daartoe verwijst eiser naar de uitspraak [3] van de Afdeling [4] van 2 april 2021.
5. In de hiervoor onder 4. genoemde uitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn naar Marokko ontbreekt en heeft daartoe het navolgende overwogen. Gebleken is dat er in 2020 geen laissez-passers (lp’s) zijn afgegeven aan de DT&V [5] om een vreemdeling met de Marokkaanse nationaliteit uit te zetten en dat de laatste uitzetting met een LP van een vreemdeling die niet meewerkte aan zijn terugkeer plaatsvond in 2019. Daarnaast is gebleken dat er in 2020 ook geen lp’s zijn afgegeven in gevallen waarbij de vreemdeling aan zijn medewerkingsplicht voldeed. Verweerder heeft erkend dat er in 2020 geen uitzetting naar Marokko heeft plaatsgevonden van personen zonder paspoort.
6. De rechtbank is van oordeel dat eisers beroep op deze uitspraak in zijn geval niet kan slagen. Anders dan in de uitspraak van de Afdeling bestaan in het geval van eiser concrete aanknopingspunten die de verwachting rechtvaardigen dat eiser op korte termijn weer met een door de Marokkaanse autoriteiten afgegeven lp kan worden uitgezet naar Marokko. Zo hebben de Marokkaanse autoriteiten eerder ten behoeve van eisers vertrek een lp afgegeven, geldig van 8 juni 2022 tot en met 8 juli 2022. Dat deze lp via de familie van eiser is verkregen, leidt niet tot een andere conclusie. Zo blijkt uit de voortgangsrapportage dat de Marokkaanse autoriteiten aan eisers familie hebben toegezegd dat een nieuw lp zal worden afgegeven als de andere lp is verlopen. Eiser heeft niet concreet onderbouwd waarom niet van deze toezegging kan worden uitgegaan of waarom de Marokkaanse autoriteiten in het concrete geval van eiser niet bereid zijn een nieuw lp af te geven. Verweerder heeft de lp van eiser op 7 juli 2022 verzonden naar de DIA [6] om deze te laten verlengen. Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank vooralsnog geen aanleiding voor het oordeel dat in het concrete geval van eiser geen sprake is van zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn.
7. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers, rechter, in aanwezigheid van mr. N.H. de Zeeuw, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
4.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
5.Dienst Terugkeer en Vertrek.
6.De Directie Internationale Aangelegenheden, een afdeling van de DT&V van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.