Uitspraak
Rechtbank den haag
1.VISSERIJBEDRIJF V/H [naam eiseres 1] te [plaats 1] ,
1.De procedure
2.De feiten
de houder van de schriftelijke toestemming is verplicht om, uiterlijk per 1 januari 2011, gezamenlijk met de huurders van visrecht en de overige houders van schriftelijke toestemmingen in het werkgebied van de VBC waar de huurovereenkomst betrekking op heeft een visplan op te stellen. In het visplan wordt beschreven onder welke voorwaarden gevist mag worden. Het gaat hierbij zowel om onttrekking als om uitzet van vis. Dit heeft in ieder geval betrekking op welke vissoorten mag worden gevist, in welke hoeveelheden, met welke vistuigen, op welke momenten, op welke locaties, door welke visser en met inachtneming van welke bijzondere voorwaarden;”
In de wintermaanden vissen wij met de zegen op pootvis. Deze pootvis wordt gebruikt om in andere gebieden weer levend uitgezet te worden en krijgt zo een tweede leven.”
In de wintermaanden vissen wij zelf op het Hollands-diep en in de Biesbosch op schubvis. Met onze 2 vissersboten slepen we een net van ongeveer 250 meter lang door het water. Deze manier van vissen heet "zegenvisserij". (...)”
Zegenvisserij waarbij het schubvis-visrecht niet is verhuurd
We hebben voor 6 maanden vergunning voor vissen met de zegen.”
Indien [naam eiseres 2] en [naam eiseres 1] van mening zijn dat zij aanspraak hebben op meer visserijmogelijkheden dan de Staat op basis van de huurovereenkomst aan hen mag uitgeven, dan zullen zij dit moeten voorleggen aan de daartoe bevoegde rechter. De Kamer is niet bevoegd een geschil tussen [naam eiseres 2] en [naam eiseres 1] en SZWN hieromtrent te beslechten.”