ECLI:NL:RBDHA:2022:7099
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansluitende zorgmachtiging op basis van alcoholverslaving en psychische stoornis
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 15 juli 2022 een beschikking gegeven inzake een aansluitende zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om deze zorgmachtiging voor een vrouw, geboren in 1960, die lijdt aan een alcoholverslaving en een borderline persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet in staat was om zich te laten horen tijdens de zitting, en haar advocaat heeft namens haar verweer gevoerd. De advocaat betoogde dat de alcoholverslaving niet automatisch leidt tot de conclusie dat er sprake is van een psychische stoornis die een zorgmachtiging rechtvaardigt. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de verslaving de betrokkene zodanig beheerst dat haar daden niet aan haar kunnen worden toegerekend, en dat er sprake is van ernstig nadeel. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg zijn opgelegd, waaronder het toedienen van medicatie en het opnemen in een accommodatie. De machtiging geldt tot en met 15 juni 2023.