ECLI:NL:RBDHA:2022:7099

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 juli 2022
Publicatiedatum
15 juli 2022
Zaaknummer
C/09/630161 / FA RK 22-3450
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansluitende zorgmachtiging op basis van alcoholverslaving en psychische stoornis

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 15 juli 2022 een beschikking gegeven inzake een aansluitende zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om deze zorgmachtiging voor een vrouw, geboren in 1960, die lijdt aan een alcoholverslaving en een borderline persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet in staat was om zich te laten horen tijdens de zitting, en haar advocaat heeft namens haar verweer gevoerd. De advocaat betoogde dat de alcoholverslaving niet automatisch leidt tot de conclusie dat er sprake is van een psychische stoornis die een zorgmachtiging rechtvaardigt. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de verslaving de betrokkene zodanig beheerst dat haar daden niet aan haar kunnen worden toegerekend, en dat er sprake is van ernstig nadeel. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg zijn opgelegd, waaronder het toedienen van medicatie en het opnemen in een accommodatie. De machtiging geldt tot en met 15 juni 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/630161 / FA RK 22-3450
Datum beschikking: 15 juni 2022

Aansluitende machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een aansluitende zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1960 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats]
advocaat: mr. J.B. Peters te Zoetermeer.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 1 juni 2022, heeft de officier van justitie verzocht om een aansluitende zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 19 mei 2022 ondertekende medische verklaring van [psychiater 1] die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een blanco zorgkaart;
- een zorgplan van 26 april 2022;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 1 juni 2022;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 juni 2022 in het gebouw van de rechtbank.
Daarbij zijn gehoord:
- de advocaat van betrokkene;
- de [psychiater 2] .
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen. De advocaat heeft ter zitting verklaart met zijn cliënte te hebben gesproken. De zitting is te zwaar en belastend voor haar om hierbij aanwezig te zijn. De advocaat zal daarom namens haar een standpunt innemen.

Standpunten ter zitting

De advocaat heeft namens betrokkene verweer gevoerd tegen het verzochte. Uit het verzoekschrift blijkt dat de stoornis in het gebruik van alcohol op de voorgrond staat. Indien dit het geval blijkt te zijn, worden er hoge eisen gesteld om te bepalen of sprake is van een psychische stoornis in de zin van de Wvggz. In de conclusie van procureur-generaal van de Hoge Raad (ECLI:NL:PHR:2022:167), gepubliceerd op 15 maart 2022, wordt aangesloten bij de uitspraak van de Hoge Raad van 17 maart 2017, waarbij is bepaald dat in het geval van het gebruik van alcohol sprake moet zijn “van zodanige ernst dat het denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen daardoor zo ingrijpend worden beïnvloed dat de betrokkene het veroorzaakte gevaar niet kan worden toegerekend, omdat de stoornis de gevaarvolle daden van de betrokkene overwegend beheerst”. Een verslaving aan middelen alleen is niet voldoende om een zorgmachtiging te rechtvaardigen.
Onderhavige zaak is vergelijkbaar met de zaak zoals in de conclusie is besproken. De medische verklaring geeft onvoldoende uitsluitsel over de vraag of er sprake is van een psychische stoornis in de in zin van de Wvggz nu niet staat beschreven op grond waarvan duidelijk is dat het denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen van betrokkene wordt beïnvloedt door de alcohol en vervolgens leidt tot ernstig nadeel. Het in de medische verklaring beschreven ernstig nadeel ziet op de gevolgen van een psychische stoornis, terwijl, deze stoornis zonder persoonlijk onderzoek van betrokkene niet kan zijn vastgesteld door de onafhankelijk psychiater. Gelet op het ontbreken van een psychische stoornis, bepleit de advocaat om afwijzing van het verzoek.
Indien de rechtbank van oordeel is dat kan worden vastgesteld dat er sprake is van een psychische stoornis en een zorgmachtiging kan worden verleend, bepleit de advocaat om afwijzing van het verzoek gelet op het ontbreken van ernstig nadeel. Betrokkene heeft ingestemd met de eerder afgegeven zorgmachtiging, omdat zij op dat moment inzag alcohol op een ongezonde manier te gebruiken. De huidige situatie is anders in die zin dat zij na met ontslag te zijn gegaan in de thuissituatie nog maar twee keer alcohol heeft gedronken en sindsdien niet meer. Zij kan zich dus ondertussen onthouden van alcohol, waardoor een zorgmachtiging hiervoor niet langer nodig is.
Ten slotte stelt de advocaat dat betrokkene wilsbekwaam verzet toont tegen de bij de zorgmachtiging toe te wijzen vormen van verplichte zorg ‘het toedienen van medicatie’ en ‘het opnemen in een accommodatie’. In de korte tijd dat de onafhankelijk psychiater betrokkene op de galerij van haar flat heeft gezien, heeft hij niet kunnen beoordelen dat zij wilsonbekwaam is. Daarbij is er geen sprake van levensgevaar. Indien de rechtbank van oordeel is dat aan de vereist voor het verlenen van een zorgmachtiging is voldaan, dient het wilsbekwame verzet van betrokkene te worden gehonoreerd door afwijzing van de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg.
De psychiater heeft ter zitting aangevoerd dat de stoornis in het gebruik van alcohol en de borderline persoonlijkheidsstoornis niet los van elkaar te zien zijn en beide een grote rol spelen in de problematiek van betrokkene. Zo vertoont zij veel symptomen van de borderline persoonlijkheidsstoornis, zoals het moeilijk kunnen omgaan met emoties en snel het gevoel te ervaren in de steek te zijn gelaten door anderen. Daarnaast staat in de medische verklaring duidelijk beschreven waarom betrokkene niet in staat is tot een redelijke waardering van haar belangen ter zake van de verplichte zorg. Indien de onafhankelijk psychiater niet wordt toegelaten in de woning, kan hij niet anders dan zich baseren op het dossier en de informatie van de behandelaren.

Beoordeling

Op 22 december 2021 is door de rechtbank een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 22 juni 2022.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene in behandeling is bij de Brijder voor een stoornis in het gebruik van alcohol. Daarnaast is zij langere tijd behandeld voor een borderline persoonlijkheidsstoornis bij GGZ Rivierduinen.
De rechtbank overweegt dat een verslaving aan middelen als alcohol en drugs op zichzelf niet tot toepassing van de Wvggz kan leiden, ook niet indien wordt aangenomen dat deze verslaving een psychiatrische ziekte is. De Hoge Raad heeft in vaste jurisprudentie gesteld dat er sprake moet zijn van een psychische stoornis van zodanige ernst dat het denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen daardoor zo ingrijpend worden beïnvloed dat de betrokkene het veroorzaakte ernstig nadeel niet kan worden toegerekend, omdat de stoornis de gevaarvolle daden van betrokkene overwegend beheerst.
Betrokkene is het afgelopen half jaar opgenomen geweest voor onderzoek naar diagnostiek en haar cognitieve functies. Tijdens proefverlof heeft betrokkene echter alcohol gebruikt en zij heeft de opname vroegtijdig beëindigd, waarna zij is teruggevallen in alcoholgebruik. De onafhankelijk psychiater heeft verklaard dat betrokkene voortdurend in de ban is van haar zucht naar alcohol en dat zij, eenmaal onder invloed van alcohol, haar leven nauwelijks overziet en in een alles overheersend wantrouwen vervalt. Daarnaast blijkt uit het zorgplan dat de alcoholverslaving van betrokkene in toenemende mate leidt tot problemen op het gebied van haar lichamelijke gezondheid en de hiervoor noodzakelijke hulp weigert.
Vanwege de weigerachtige houding van betrokkene om een persoonlijk gesprek aan te gaan met de onafhankelijk psychiater, daarbij de psychiater betrokkene herhaaldelijk heeft uitgenodigd en haar ook thuis heeft opgezocht, doch waarbij zij niet met hem wilde spreken en hem de toegang tot haar huis geweigerd werd, heeft de psychiater zich, alvorens het opstellen van de medische verklaring, laten informeren door de huisarts en op grond van het medisch dossier van betrokkene. De rechtbank ziet onder deze omstandigheden geen aanleiding om vast te stellen dat de onafhankelijk psychiater onvoldoende onderzoek heeft gedaan op tot de conclusies te komen zoals deze staan vermeld in de medische verklaring.
Gelet op het voorgaande, concludeert de rechtbank dat betrokkene zodanig ingrijpend wordt beheerst door de verslaving in haar denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen dat haar daden en het daaruit voortvloeiende ernstig nadeel haar niet kunnen worden toegerekend, omdat de stoornis de gevaarvolle daden van de betrokkene overwegend beheerst.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang.
Betrokkene heeft eerder onder invloed van alcohol botbreuken opgelopen als gevolg van ernstige valpartijen. Ook is zij het verleden tijdens een delier zwervend onderkoeld op straat aangetroffen. Verder is betrokkene veelvuldig opgenomen geweest wegens suïcide pogingen door middel van een overdosis aan medicatie en heeft zij ook tijdens in het gesprek met de onafhankelijk psychiater suïcidale gedachten geuit. Onder invloed van alcohol houdt betrokkene alle hulp af, ook in geval van ernstige lichamelijke problemen zoals botbreuken. Ten slotte isoleert zich zij zich in haar woning, waarbij zij gemaakte afspraken niet overziet en vanuit wantrouwen geen huishoudelijk hulp accepteert. Betrokkene is van mening dat zij zichzelf sinds haar laatste ontslag zonder hulp voldoende staande kan houden en stelt bij monde van haar advocaat dat zij maar twee keer alcohol heeft gebruikt. De enkele mededeling van de betrokkene daarover brengt de rechtbank niet tot het oordeel dat geen sprake meer is van het (risico op) ernstig nadeel, temeer nu de betrokkene daarover niet in gesprek heeft willen gaan met de onafhankelijk psychiater.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
Op grond van artikel 2:1 lid 6 Wvggz dienen de wensen en voorkeuren van de betrokkene ten aanzien van de verplichte zorg worden gehonoreerd, tenzij
a. de betrokkene niet tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake in staat is, of
b. acuut levensgevaar voor de betrokkene dreigt dan wel er een aanzienlijk risico voor een ander is op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang, of om ernstig in zijn ontwikkeling te worden geschaad, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
In de uitspraak van de Hoge Raad van 4 februari 2022 (ECLI:NL:HR:2022:123) is bepaald dat wilsbekwaam verzet moet worden gerespecteerd indien de psychische stoornis van betrokkene alleen een aanmerkelijke kans op schade voor de betrokkene zelf veroorzaakt. De honorering van wilsbekwaam verzet geldt voor zowel de voorbereiding, de afgifte, de uitvoering als de beëindiging van de zorgmachtiging en dus de hele procedure. Ook geldt de honorering van wilsbekwaam verzet voor alle vormen van verplichte zorg.
Uit voornoemd arrest volgt ook dat indien betrokkene tijdens de procedure tot het verlenen van een zorgmachtiging een voldoende toegelicht bezwaar maakt tegen de voorstelde verplichte zorg en de situaties als bedoeld in artikel 2:1 lid 6, aanhef en onder b, zich niet voordoen, de rechter dient te beoordelen of betrokkene wilsbekwaam is.
Daargelaten of de psychiater voldoende onderzoek heeft verricht om tot het oordeel van wilsonbekwaamheid bij betrokkene heeft kunnen komen, blijkt dat zich in het geval van betrokkene een situatie als bedoeld in artikel 2:1, lid 6, aanhef en onder b, Wvggz, voordoet gelet op het hiervoor genoemde ernstig nadeel. Nu er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 2:1, lid 6, onder b, Wvggz en dat voldoende grond biedt om de wensen en voorkeuren van betrokkene ten aanzien van verplichte zorg niet te honoreren, komt het onderzoek naar de wilsbekwaamheid van betrokkene niet aan de orde. De rechtbank zal derhalve het verweer van de advocaat ook op dit punt passeren.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg zonder meer noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
Daarnaast acht de rechtbank ook de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk indien sprake is van decompensatie van het toestandsbeeld van betrokkene en/of het ernstig nadeel niet langer in het ambulante kader kan worden afgewend:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal derhalve worden verleend.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de vrouw]

geboren op [geboortedag] 1960 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg in ieder geval de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
en daarnaast ook de volgende maatregelen indien sprake is van decompensatie van het toestandsbeeld van betrokkene en/of het ernstig nadeel niet langer in het ambulante kader kan worden afgewend:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 juni 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.M. Engbers, rechter, bijgestaan door K.S. Versteegen als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 15 juni 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 30 juni 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.