ECLI:NL:RBDHA:2022:7005
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D. de Loor
- R. Becker
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot oplegging van een dwangakkoord in het kader van een saneringskrediet
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 14 juni 2022 uitspraak gedaan in een verzoek van [verzoeker] die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. [verzoeker] heeft een voorstel gedaan aan zijn schuldeisers om een deel van de vorderingen te voldoen en het resterende deel kwijt te schelden. Aangezien niet alle schuldeisers met dit voorstel hebben ingestemd, heeft hij de rechtbank verzocht om het aangeboden akkoord dwingend op te leggen. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoeker] een schuldenlast heeft van € 221.662,13 aan 26 schuldeisers en dat hij met behulp van de gemeente Alphen aan den Rijn een saneringsakkoord heeft aangeboden. Dit akkoord houdt in dat aan de schuldeisers met een recht van voorrang een uitkering van 12,14% wordt aangeboden en aan de gewone schuldeisers 6,07%, tegen kwijtschelding van het restant van hun vorderingen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd, maar dat de weigering van de schuldeisers om in te stemmen met het aanbod niet onredelijk is.
De rechtbank heeft een belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat de meerderheid van de schuldeisers, die samen ongeveer driekwart van de totale schuldenlast vertegenwoordigen, weliswaar hebben ingestemd, maar dat het aandeel van de weigerende schuldeisers niet verwaarloosbaar is. De rechtbank heeft ook overwogen dat het voorstel van [verzoeker] niet het maximaal haalbare is, gezien zijn huidige omstandigheden en de mogelijkheid dat hij in de toekomst weer kan werken. De rechtbank heeft het verzoek tot oplegging van een dwangakkoord afgewezen en zal in een apart vonnis beslissen over het verzoek van [verzoeker] om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP).